Knelpunten en actualiteiten coronasteunmaatregelen

Verschenen in Bodylife nummer 2 2021


In deze bijdrage ga ik in op knelpunten en actualiteiten rondom enkele coronasteunmaatregelen zoals uitgevaardigd door de overheid. De coronasteunmaatregelen waarvan ik de knelpunten en actualiteit behandel zijn de NOW-regeling en de tegemoetkomingsregeling vaste lasten (hierna: TVL).
 
Knelpunten NOW-regeling
De coronasteunmaatregel waar vermoedelijk het meest een beroep op is gedaan door ondernemers is de NOW-regeling. De NOW-regeling beoogt ondernemers bij te staan door middel van een bijdrage in de personeelskosten. Afhankelijk van het omzetverlies wat wordt geleden is er een subsidie beschikbaar van maximaal 85% van de loonkosten. De NOW-regeling kan worden aangevraagd vanaf een omzetverlies van 20%. Er zijn verschillende NOW-aanvraagperiodes uitgevaardigd sinds de regeling is ontwikkeld. De NOW-aanvraagperiode begon bij NOW 1 en tijdens het schrijven van deze bijdrage is de vijfde aanvraagperiode inmiddels afgesloten (NOW 5).

Ondanks de populariteit van de regeling zijn de verantwoordingsvoorwaarden zeer strikt. Afhankelijk van de hoogte van het ontvangen bedrag dient er bij de verantwoording een zogenaamde derden- of accountantsverklaring te worden toegevoegd. Vanaf een ontvangen bedrag van € 20.000 dient er een derdenverklaring door een financieel deskundige te worden toegevoegd. Deze financieel deskundige hoeft geen accountant te zijn. Vanaf een ontvangen bedrag van € 100.000 dient er accountantsverklaring te worden toegevoegd.

Inmiddels zijn de NOW-verantwoordingen voor de aanvraagperiode NOW 1 reeds in volle gang. Hierbij zijn een reeks knelpunten geconstateerd waar ondernemers helaas onvoldoende rekening mee hebben gehouden bij het aanvragen van de NOW-regeling. Het gaat het bestek van deze bijdrage te buiten om alle geconstateerde knelpunten te behandelen. Vandaar dat ik volsta met de twee knelpunten die het meest voorkomen. Hieronder een omschrijving per knelpunt.

Het omzetbegrip
Voor de vaststelling van de omzetdaling moet eerst worden nagegaan wat wordt verstaan onder het begrip ‘omzet’. Het omzetbegrip zoals in de NOW-regeling wordt omschreven sluit aan bij het omzetbegrip in het jaarrekeningrecht.

Kort samengevat en pragmatisch beschreven kan hieronder het volgende worden verstaan; 1. de geleverde diensten en/of geleverde producten over de betreffende periode welke nog niet zijn gefactureerd maken onderdeel uit van de omzet 2.de gefactureerde diensten en of producten waar nog geen betaling van ontvangen is maken onderdeel uit van de omzet en 3. indien er bij geleverde diensten en of geleverde producten direct een betaling tegenover staat, dan vormt de betaling omzet (omzet op kasbasis). Uit de regeling blijkt voorts dat baten, opbrengsten en andere voordelen, zoals uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten en bijdragen vanuit een overheidsinstelling of andere opbrengsten, zoals giften, of declaraties vanuit zorgverzekeraars ook gelden als omzet. De ontvangen NOW steun maakt uiteraard geen onderdeel uit van de omzet.

Veel ondernemers zijn in de veronderstelling dat het omzetbegrip enkel en alleen gerelateerd is aan daadwerkelijk ontvangen omzet. Omzet wat ondernemers niet hebben ontvangen maar wel hebben gefactureerd wordt door hun niet altijd beschouwd als omzet voor de NOW-regeling. Hetzelfde geldt voor diensten of producten die ondernemers al wel hebben geleverd maar nog niet hebben gefactureerd. Indien hier geen rekening mee wordt gehouden dan is het risico dat de omzetdaling waar een ondernemer vanuit is gegaan, niet voldoet aan de gestelde 20% eis. Veel ondernemers zijn hier in de praktijk al tegen aan gelopen met als gevolg dat ze (een deel van) de ontvangen NOW-regeling hebben moeten terugbetalen.

De groepsregeling
Indien een ondernemer die de NOW-regeling heeft aangevraagd deel uitmaakt van een groep, dient de verantwoording altijd vergezeld te zijn van een accountantsverklaring op het hoogste niveau. Het ontvangen bedrag aan NOW steun speelt hier dus geen rol. De groepsregeling is al van toepassing op het moment dat er sprake is van een eenvoudige holding-werkmaatschappij structuur van besloten vennootschappen. Als er bijvoorbeeld door een ondernemer een beroep is gedaan op de NOW-regeling op het niveau van de werkmaatschappij, dan zal de gehele groep waar de werkmaatschappij onderdeel van uitmaakt toch onderdeel kunnen zijn van de accountantscontrole. De kosten hiervan kunnen dermate oplopen dat het in sommige gevallen de ontvangen NOW steun kan overstijgen. Het advies is om goed te beoordelen of en in welke mate de groepsregeling van toepassing is en na te gaan of de daaraan gerelateerde accountantskosten de ontvangen NOW steun niet overstijgen.

Actualiteit tegemoetkoming vaste lasten
Indien ondernemers hun structurele vaste lasten niet meer kunnen voldoen kunnen zij in aanmerking komen voor de regeling tegemoetkoming vaste Lasten (hierna: TVL). De TVL regeling is uitgebreid en aangepast zodat meer ondernemers hier een beroep op kunnen doen. De aanvraagperiode voor het tweede kwartaal van 2021 (hierna: Q2) wordt vermoedelijk medio mei opengesteld. Hieronder een overzicht van de belangrijkste aspecten en wijzigingen van de TVL regeling.
  • Het subsidiepercentage voor de TVL wordt voor Q2 2021 verhoogd naar 100%. Dit was 85%.
  • De TVL voor Q2 2021 is aan te vragen door de meeste bedrijven in Nederland die aan de subsidievoorwaarden voldoen. Ook voor nietmkb bedrijven met meer dan 250 medewerkers
  • Het bedrijf of de zzp’er stond op 15 maart 2020 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, heeft een SBI-code en minimaal een vestiging in Nederland, maar niet op het huisadres. Op deze vestigingseis zijn een paar uitzonderingen, zoals goederenvervoer, markthandel, kermisattracties, taxichauffeurs, rijinstructeurs en sommige horeca.
  • Een bedrijf moet minimaal €1.500 vaste lasten hebben per kwartaal. Dit wordt berekend met het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code hoort. • Het minimum subsidiebedrag per kwartaal is €1500.
  • Het maximum subsidiebedrag per kwartaal is €550.000 voor mkb-bedrijven en €600.000 voor niet-mkb bedrijven.
  • Land- en tuinbouwbedrijven ontvangen een extra opslag in Q2 voor de speciale kosten om planten en dieren in leven te houden. Deze opslag van 21% wordt bij het percentage vaste lasten geteld en komt bovenop de TVL-subsidie met een maximum van €225.000 voor de gehele coronaperiode.
  • De Horecasubsidie Voorraad & Aanpassingen (HVA), Voorraadsubsidie Gesloten Detailhandel (VGD) en opslag voor Annuleringskosten Reisorganisaties (AR) komen niet terug in Q2 2021.
  • De subsidieregeling voor ondernemers die tussen 30 september 2019 en 30 juni 2020 met hun onderneming zijn gestart, gaat naar verwachting in het tweede kwartaal van 2021 open (startersregeling)

Afsluitend
Middels deze bijdrage hoop ik dat ondernemers enigszins vooruitgeholpen zijn met inzicht in enkele actualiteiten en knelpunten van de coronasteunmaatregelen.


Mark Dongor is fiscaal jurist en Accountant-Administratieconsulent (AAaccountant) bij Prime Advisary Group.
Mark@prime-ab.nl I T 010 - 822 5898
Edities