Ondernemer in beeld

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr1 2012
Vakantieperikelen

Een zieke werknemer kost uw bedrijf geld. Ook daarom is het belangrijk dat werknemers vakantie opnemen, zodat ze uitgerust weer aan de slag kunnen. Per 1 januari 2012 zijn de regels over vakantiedagen veranderd. In dit artikel wordt uitgelegd wat deze veranderingen inhouden.

Iedere werknemer bouwt vakantiedagen op. Werknemers die lang ziek zijn, bouwden tot 1 januari 2012 minder vakantiedagen op dan gezonde werknemers. Per 1 januari 2012 is dit veranderd. Iedere werknemer, ziek of gezond, heeft minimaal recht op vier keer het aantal werkuren per week aan vakantie-uren. Dit zijn de wettelijke vakantiedagen. Een werknemer die 40 uur per week werkt, heeft dus recht op minimaal 20 vakantiedagen. Als een werknemer meer vakantiedagen heeft, worden deze extra dagen bovenwettelijke vakantiedagen genoemd.

Werknemers mogen zelf weten wanneer ze met vakantie gaan. Als werkgever mag u een vakantie alleen afwijzen als hiervoor zwaarwegende redenen zijn, bijvoorbeeld als uw bedrijf daarom tijdelijk moet sluiten. Als een werknemer te lang wacht met het opnemen van vakantie, kan het wel zijn dat de vakantiedagen zijn verjaard. De werknemer kan dan geen aanspraak meer maken op deze dagen.

Tot 1 januari 2012 waren alle vakantiedagen nog 5 jaar geldig na het jaar waarin ze waren opgebouwd. Een vakantiedag die is opgebouwd in 2009, vervalt dus pas op 1 januari 2015. Vanaf 1 januari 2012 zijn de wettelijke vakantiedagen nog maar een half jaar geldig. De vakantiedagen uit 2012 vervallen daarom al op 1 juli 2013. De werknemer heeft dus minder lang de tijd om zijn vakantie op te nemen. In overleg met de werknemer kunt u de termijn van een half jaar verlengen. Leg dit dan wel schriftelijk vast.

De termijn van een half jaar geldt alleen voor wettelijke vakantiedagen die na 1 januari 2012 worden opgebouwd. Extra vakantiedagen en de vakantiedagen die voor 1 januari 2012 zijn opgebouwd, vervallen pas 5 jaar na het jaar waarin ze zijn opgebouwd.

Om te voorkomen dat uw werknemers hun vakantiedagen gaan ‘opsparen’, kunt u afspreken dat er alleen vakantie mag worden opgenomen in een bepaalde periode, bijvoorbeeld in de schoolvakanties. Leg dit wel vast in de arbeidsovereenkomst, of kijk of er al iets is afgesproken in de CAO. Ook kunt u de extra vakantiedagen afkopen of verrekenen met ziektedagen. Let op: wettelijke vakantiedagen mag u alleen verrekenen of afkopen als de werknemer uit dienst gaat.

Als u in uw administratie duidelijk onderscheid maakt tussen de verschillende vakantiedagen, is het overzichtelijk wanneer welke vakantiedagen vervallen. Vergeet ook niet uw werknemers te informeren dat ze op tijd hun vakantie moeten opnemen. Een uitgeruste werknemer presteert immers beter.

De nieuwe regelgeving lijkt moeilijk, maar u zult zien dat dit meevalt als u er rustig voor gaat zitten. Als u vragen hebt, dan helpen wij u graag.

Column Vlaminckx I business

Mira Paulussen (1986) richt zich op de algemene rechtspraktijk. m.paulussen@vladv.nl / www.vladv.nl /

T: 077-320 19 48  / F: 077-352 45 16.

body•LIFE 1I2012 I

I body•LIFE 1I2012

Kansen voor sportcentra 2012

Personal Training en leefstijl coaching

Misschien is dit wel de meest belangrijke trend voor de fitnessbranche in 2012, ook internationaal. Tv-programma’s als Obese hebben een enorme boost gegeven aan het imago van de personal trainer en steeds meer mensen realiseren zich wat de waarde van beweging is – en dat ze een stok achter de deur kunnen gebruiken. Voor sportcentra is het nadenken over de formule. PT’ers in dienstverband of werken met ZZP’ers, doelgroep programma’s met PT, PT small group, core training, sport specifieke training, enz. Sportcentra die hierin een keuze hebben gemaakt die succesvol is uitgepakt en dat willen delen met andere centra, nodig ik uit om mij te mailen; j.vanheel@efaa.nl. Personal training is in ieder geval niet meer weg te denken uit het fitnesscentrum en zal de komende jaren alleen nog maar groeien.

Doelgroepen

Een sportcentrum voor iedereen, daarmee kun je je in deze tijd maar moeilijk positioneren. De consument heeft de keuze uit veel formules en wil graag persoonlijk geholpen worden, dus als het kan met een op hem afgestemd persoonlijk programma. Een belangrijke en sterk groeiende groep vormen de ouderen. Die vinden vaak ook niet hun weg naar de low budget centra of voelen zich daar niet thuis. Reden voor de reguliere sportcentra om juist die groep aan te spreken qua programma, qua uitstraling, qua team en op gebied van service.

Maar ook de jeugd moet meer bewegen. Gemeenten en scholen zoeken steeds meer de samenwerking met commerciële sport aanbieders. Maar als ze dat niet doen, kan ook vanuit het sportcentrum initiatief genomen worden. Sommige centra bieden naschoolse opvang in combinatie met sport activiteiten, andere zelfs huiswerkbegeleiding gecombineerd met fitness. Ook outdoor is steeds meer in trek, en in plaats van mensen te laten kiezen tussen outdoor en fitness, kun je beter beide aanbieden in je abonnement. Denk aan fietsgroepen, bootcamp, wandelgroepen, enz.

Preventie centrum

De fitnessbranche maakt zich klaar om een belangrijkere rol te spelen op het gebied van preventie. Binnenkort komt er een erkende intake (vanuit Fit!vak en VSG), er zijn al erkende diabetes preventie richtlijnen voor trainers, sportcentra doorlopen momenteel het Fit!vak preventie centrum traject en in Limburg en Brabant draaien de eerste twee provinciale Leefstijl- en Preventie centra. Steeds meer sportcentra, instructeurs, trainers en personal trainers, maar ook fysiotherapeuten, diëtisten, gewichtsconsulenten en buursportcoaches, passen de nieuwe ACSM beweegnorm, de Schijf van 3, toe in hun beweegadvies. Helaas bleek uit de eerste voorlopige resultaten van het Nationaal Beweeg Onderzoek dat we allemaal in BMI omhoog gaan, meer zitten en een lager percentage de Nederlandse Norm Gezond Bewegen behaalt. Het is de uitdaging voor ons als professionals om meer mensen vaker in beweging te krijgen.

Buurtsport

De beleidsbrief sport van minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van mei 2011 sprak duidelijke taal: “Sport en beweging dragen bij aan sociale en educatieve doeleinden zoals de ontwikkeling en weerbaarheid van kinderen, het leren over sportiviteit en respect, maatschappelijke participatie, maar ook aan het verbeteren van de leefbaarheid in de buurt. Het kabinet hecht veel waarde aan sport en bewegen als basis voor een gezonde en actieve leefstijl, waarbij keuzevrijheid voor het individu voorop staat. De ambitie is dat voor iedere Nederlander die dat wil een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig is, dat bovendien veilig en toegankelijk is. Samen met andere partijen zoals de sportsector, lokale overheden en het bedrijfsleven wil het kabinet voorwaarden scheppen om mensen (meer) te kunnen laten sporten en bewegen, zowel in de stad als op het platteland. Het kabinet omarmt daarbij het particuliere initiatief en de publiek-private samenwerking.”

Hoe kunnen wij een brug leggen naar de lokale en provinciale overheid, verenigingen, welzijn/zorg en ander commerciële beweeg aanbieders? Fit!vak presenteerde op de jubileum bijeenkomst al Fitness 2.0 waarin het verhaal beschreven werd van het toekomstige sportcentrum als lokale preventie- en beweegloket. Vanuit dat loket wordt de consument op basis van behoeften geholpen naar bv een diëtist, de wandelclub, fitness en/of een diabetes beweeg begeleider. Om het bewegen nog dichter bij de consument te brengen, zien we al fitness activiteiten in buurtparken zoals bootcamp en outdoor crossfit. Nieuwe kansen dienen zich aan om de instap naar fitness laagdrempeliger te maken, door de inzet van de sportbuurtcoach en de combinatiefunctionaris. Minister Schippers stimuleert de publiek-private samenwerking, een combinatiefunctionaris zou de fitnessactiviteiten in het park voor het sportcentrum kunnen verzorgen, waardoor de prijs naar beneden kan en/of de de activiteit voor bv jeugd zelfs gratis zou kunnen worden aangeboden. In veel gevallen wordt nl een percentage van de kosten van de combinatiefunctionaris door de overheid betaald.

2012 belooft weer een boeiend jaar te worden met toch een aantal specifieke thema’s die van het sportcentrum een regionaal leefstijl-, beweeg- , en kennisinstituut kunnen maken.

Een nieuw jaar brengt nieuwe kansen, ook voor sportcentra. Wat wordt of is de focus voor 2012? Wordt het de kwaliteit van de fitness begeleiding optimaliseren? Meer extra service en sociale activiteiten voor leden? Of wordt het een betere samenwerking met de eerstelijnszorg in de regio? In dit stuk noem ik een paar internationale trends binnen de fitnessbranche.

Edities