LAPT lanceert 4 unieke Personal Training programma’s

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr1 2012

I body•LIFE 1I2012

Fitness 2.0 in relatie tot project Sport & bewegen in de buurt 2012

Deze herinnering heeft hij eigenlijk niet meer nodig. De dinsdagavond staat met rood aangekruist in zijn agenda: fitness. Zoals ook de donderdagavond en zondagochtend een vaste invulling hebben: voetbal en bootcamp. Herman schiet in de lach als hij de tekst van zijn personal coach nog eens doorleest. Een jaar geleden had hij zoiets ongelezen verwijderd, een half jaar geleden had hij die motivatie echt nodig, maar nu heeft bewegen een vaste plaats in zijn leven gekregen.

Ongezonde leefstijl

Geheel vrijwillig was die keuze overigens niet, weet Herman. Tot driekwart jaar geleden sportte hij niet, leefde hij niet zo gezond, dronk hij teveel en had hij flink overgewicht. Een prikkel om te gaan sporten had hij nooit gehad. Hij was opgegroeid in een niet-sportief gezin en ook bijna al zijn vrienden en veel van zijn collega’s keken liever naar sport dan dat ze zich zelf in het zweet werkten. Toen zijn huwelijk strandde, vier jaar geleden, had Herman zich wel georiënteerd op mogelijkheden om te sporten. Niet om fitter te worden, maar wel om nieuwe mensen te ontmoeten. Hij zag soms wel een advertentie of kortingsbon van een fitnesscentrum in een huis-aan-huisblad staan, maar dat sprak hem niet aan. En bij een sportvereniging was hij ook al jaren niet meer geweest. Als jongetje had hij wel gevoetbald, veel op straat, maar toen hij een jaar of zestien was, ging zijn interesse uit naar andere zaken dan voetbal. Wat Herman er ook van weerhield om te gaan sporten, was de vraag: met wie? Zijn vrienden? Collega’s in de fabriek? Die keken hem meewarig aan toen hij eens opmerkte dat hij wilde gaan sporten. Dan maar niet.

Fittest

En ongemerkt werd Herman ouder, zwaarder en minder fit. Dat kon ongestraft, want lichamelijke klachten had hij amper. Totdat zijn werkgever driekwart jaar geleden besloot om alle medewerkers een fittest te laten ondergaan. Dat gebeurde in samenwerking met de zorgverzekeraars van de werknemers. De alarmbellen gingen af toen de resultaten van de fittest van Herman werden geanalyseerd. Hij was veel te zwaar, zijn BMI was veel te hoog, en hij was een potentiële diabetespatiënt. Ook zijn leefstijl was zorgwekkend. Zou de 48-jarige Herman zijn leefstijl niet veranderen, dan zou de kwaliteit van zijn leven snel achteruit gaan en liep hij grote risico op allerlei ziekten en kwaaltjes. Herman realiseerde zich ook dat de zorgpremies de laatste jaren flink waren gestegen. De motivatie om zijn leefstijl aan te passen kreeg een extra impuls omdat dat de zorgverzekeraars hadden besloten om goed leefgedrag te belonen. Herman besefte na de interventie dat het 5 voor 12 was: zijn gezondheid stond op het spel én hij betaalde te veel aan zorgpremie. Hij was een tikkende tijdbom die tot dusver onder de radar was gebleven voor commerciële sportaanbieders, sportverenigingen en zorgverzekeraars. Zoals veel van zijn vrienden en collega’s van middelbare leeftijd.

Bewegen in de buurt

Via zijn werkgever en enkele wel sportieve collega’s werd hij geattendeerd op een nieuw project in de gemeente waar hij woonde: Bewegen in de Buurt. Hij kon zich daarvoor melden bij een lokaal fitnesscentrum en enkele sportverenigingen in zijn gemeente. Herman koos voor het fitnesscentrum, omdat hij wist dat twee collega’s daar ook sportten en hij een keer met ze mee kon gaan. In het fitnesscentrum kreeg Herman een nieuwe intake, op basis waarvan een leefstijltraject op maat werd uitgestippeld. In dat traject werd een aantal persoonlijke doelstellingen bepaald, variërend van trainingsaanpak, afvallen, eetpatroon en ziekteverzuim.

Op basis van het leefstijltraject kon Herman kiezen bij welke sportaanbieders hij het traject wilde gaan volgen. Dat begreep hij toen niet. Sportaanbieders? Hij zou toch gaan sporten bij het fitnesscentrum? Dat kon inderdaad. Maar Herman kon ook kiezen uit andere sportarrangementen. De praktijk had immers geleerd dat veel fitnesscentra nog niet het complete aanbod hadden om mensen van alle leeftijden met succes te kunnen blijven binden en begeleiden in leefstijltrajecten. Te veel mensen haakten af, omdat het aanbod te beperkt was en ze het na verloop van tijd te saai vonden. Zij wilden meer dan alleen fitness, groepslessen of een wandelgroepje. Steeds meer fitnesscentra onderkenden dat en besloten om samen met andere sportaanbieders, met name uit het verenigingsleven, een gezamenlijk aanbod te ontwikkelen. Zo ontstonden op veel plekken sportieve omgevingen, ook wel sportzones genoemd. In die sportzones kon je lid worden met een arrangement voor alle activiteiten die werden aangeboden. En daar één maandelijks bedrag voor betalen. Dat sprak Herman aan. Hij wilde één keer per week in de fitnesszaal een programma volgen, maar buitensporten in teamverband leek hem ook leuk. En hij hoefde niet lid te worden van een fitnesscentrum én een sportvereniging, maar kon het allebei met één abonnement. Een uitkomst.

Sportmenu

In zijn woonplaats was weliswaar nog geen sportieve omgeving geopend waar alle faciliteiten gezamenlijk werden aangeboden, maar verschillende verenigingen en commerciële aanbieders werkten - als zelfstandige organisaties - wel al samen op hun eigen accommodatie. Herman kon zo kiezen uit klimmen, fitness, zwemmen, sporten in een sporthal en op buitenvelden voor voetbal en hockey, joggen op een atletiekbaan met tijdregistratie, fietsen op een mountainbikeparcours, tennissen. Er waren diverse abonnementsvormen, opgebouwd als een soort menu. Hij koos op basis van zijn leefstijltraject voor één keer per week fitness met een personal coach in een klein groepje, en hij werd bij de voetbalclub ingedeeld in een team dat graag recreatief wilde voetballen. Zo werd voetbal een beweegactiviteit op een wijze aangeboden zoals men al jaren gewend was om deel te nemen aan bijvoorbeeld groepslessen in een fitnesscentrum, met daarin dezelfde succesfactoren verwerkt. Je kijkt vooraf op het rooster waar en wanneer het voetballen plaatsvindt. De sportinstructeur ontvangt je op het voetbalveld en gaat 45 tot 60 minuten met de groep op recreatieve manier voetballen zoals dit vroegen op staat gespeeld werd. Herman en de overige voetballers hoefden zich na afloop nergens druk over te maken: alles werd voor ze geregeld. Alleen een uurtje voetballen op een klein veld, vervolgens onder de douche en dan de loungeruimte in voor de derde helft. Voor Herman een avond waar hij met plezier naar uitkeek: hij was niet alleen sportief bezig, maar ontmoette ook nieuwe mensen die hij voorheen niet of amper kende. Sommige teamgenoten kwam hij ook tegen bij de bootcamp op zondag. Een buitensporttraining georganiseerd door het fitnesscentrum. De derde wekelijkse training van Herman.

Gezondheidsprofiel

Herman is nu driekwart jaar bezig met zijn programma en leefstijltraject, en dat bevalt hem uitstekend. Tweewekelijks wordt hij getest. De gegevens worden doorgestuurd naar een databank. Ook moet Herman zijn voedingspatroon bijhouden en doorsturen. De databank slaat alles op en analyseert de gegevens. Op basis daarvan wordt een tussentijds gezondheidsprofiel van Herman opgesteld. Dat profiel is bepalend voor de hoogte van de zorgpremie die hij maandelijks moet betalen. Uit het profiel kan onder meer worden afgeleid hoe Herman er fysiek voor staat en het geeft ook inzicht in zijn leefstijl. Hoe beter zijn fysiek en leefstijl is, des te lager wordt de premie. Op deze wijze kan Herman vele honderden euro’s per jaar besparen.

En Herman, de anti-sporter van weleer, bleek een voorbeeld te zijn voor twee van zijn vrienden. Ook zij hebben besloten om te gaan bewegen en hebben hetzelfde abonnement als Herman gekozen. Daar waar ze eerst alleen op de bank thuis of samen op de tribune naar sport keken, lopen ze nu bij de voetbalclub zelf achter de bal aan en werken ze in het fitnesscentrum in een klein groepje aan hun fitheid.

Fit!vak | R. Wouters, directeur

De middag moet nog op gang komen als Herman zijn BlackBerry ziet oplichten. Het is dinsdag, dus hij heeft wel een vermoeden wie de afzender is: zijn personal coach, die hem sinds driekwart jaar begeleidt. Zijn vermoeden is juist. Met enkele inspirerende zinnen wordt Herman eraan herinnerd dat hij vroeg in de avond weer zijn wekelijkse groepsfitnesstraining heeft.

Fit!vak I producten en concepten

body•LIFE 1I2012 I

Edities