Lockdowns voorkomen door specifieke maatregelen per sector
Bij een nieuwe golf van het coronavirus moeten harde maatregelen worden voorkomen door in elke sector specifieke preventie- en interventiemaatregelen te treffen. Dat staat in de langetermijnstrategie voor de inperking van het coronavirus die het kabinet vanmiddag presenteerde, en waarvan een samenvatting op de website van de Rijksoverheid werd gepubliceerd.
Uitgangspunt van die langetermijnstrategie is de samenleving zo lang mogelijk open houden. Daarvoor staat het fundament er grotendeels al: het RIVM houdt zicht op het virus door bijvoorbeeld rioolwatersurveillance en het monitoren van ziekenhuisopnames. De GGD heeft een basiscapaciteit beschikbaar voor testen en vaccineren, en er wordt een juridisch kader opgezet dat het in de toekomst mogelijk maakt om maatregelen zoals afstand houden te kunnen implementeren.
Kabinet doet beroep op sectoren voor preventie en interventie
Tegelijkertijd doet het kabinet een beroep op sectoren om met hen afspraken te maken over preventieve maatregelen en interventies.
‘Ondernemers en instellingen hebben de afgelopen twee jaar veel ervaring opgedaan en weten welke preventieve maatregelen en interventies het beste in de praktijk werken’, zo staat op de website van de Rijksoverheid te lezen. Verschillende sectoren zijn al met voorstellen voor maatregelen gekomen. Zoals registratie- en gezondheidschecks, looproutes, kuch- en spatschermen worden door meerdere sectoren werkbaar geacht.
NL actief biedt de volgende info:
- COVID-19
- Protocol Verantwoord Sporten Fitness
- Veel gestelde vragen (FAQ) over het protocol
- Steunmaatregelingen voor fitnessondernemers
- Vragen?
De komende maanden zal het kabinet in overleg blijven met sectoren om de plannen concreet te maken. Uiteindelijk moeten er maatregelenladders per sector komen waarin staat vastgelegd bij welke besmettingsniveaus welke maatregelen worden toegepast. Vooralsnog wordt niet uitgesloten dat bij een ‘zwart scenario’ zwaardere maatregelen worden ingezet.
Hoewel de vooruitzichten nu ‘gunstig’ zijn, houdt het RIVM rekening met een opleving van het virus, bijvoorbeeld in het najaar, zo is in een Kamerbrief te lezen. “De opkomst van nieuwe virusvarianten heeft ons geleerd dat we ons moeten voorbereiden op een onbekend verloop van de epidemie.”