8 jaar geleden

Welke invloeden hebben training en rust op de prestaties en blessurekansen bij duursporters?

8 jaar geleden
Eigenlijk zouden coaches goed moeten weten wat er in het privéleven van een topsporter speelt om prestaties te verbeteren. Want niet alleen fysieke belasting (toegenomen belasting en verminderd herstel), maar ook psychosociale belasting blijkt samenhang te vertonen met minder goede sportprestaties en een grotere kans op blessures. Dat stelde bewegingswetenschapper Ruby Otter vast op basis van onderzoek onder 115 Groningse duursporters. Het onderzoek werd uitgevoerd aan het Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool en het Centrum voor Bewegingswetenschappen van het UMCG.

Iedereen weet dat trainingsschema’s van groot belang zijn voor topsporters. Om overbelasting te voorkomen, moeten inspanning (training) en herstel (rust) goed op elkaar afgestemd zijn. Het ligt voor de hand dat ook ingrijpende gebeurtenissen en belasting in het privéleven van sporters invloed hebben op de sportprestaties. Maar hoe fysieke en psychosociale belasting en herstel elkaar wederzijds beïnvloeden, daarnaar was nog geen onderzoek gedaan.

Voor haar onderzoek volgde Otter twee jaar lang de prestaties van 115 duursporters (hardlopers, wielrenners, roeiers, schaatsers en triatleten) in en rondom de stad Groningen. De sporters hielden zelf iedere dag hun trainingsbelasting en eventuele blessures bij. Ook vulden ze regelmatig (variërend van wekelijks tot driewekelijks) een vragenlijst in over psychosociale belasting en herstel, en deden ze iedere zes weken een inspanningstest in het SportsFieldLab Groningen.

Otter concludeert onder andere dat een ingrijpende levensgebeurtenis bij hardlopers niet alleen direct zorgt voor een grotere psychosociale belasting, maar dat deze ook doorwerkt in een verslechterde loopeconomie (de hoeveelheid energie die nodig is om op een bepaalde snelheid te lopen) drie weken later. De prestaties van vrouwelijke fietsers gaven hetzelfde beeld: een toename van psychosociale belasting hing ook bij hen samen met verminderde prestaties. Om veranderingen in de prestaties goed te kunnen interpreteren, moeten coaches kortom rekening houden met persoonlijke omstandigheden.

Ruby Otter (1986) behaalde haar mastertitel Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij het Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen, en het Centrum voor Bewegingswetenschappen en onderzoeksinstituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (RAAK-PRO, sinds 2014 onderdeel van NWO). Ruby Otter is naast docent inspanningsfysiologie aan de Hanzehogeschool Groningen, adviseur TopsportTopics bij Kenniscentrum Sport. Ze beantwoordt vragen van topcoaches aan de hand van wetenschappelijke literatuur. Ook schrijft ze samenvattingen van relevante artikelen met praktische adviezen voor de (top)sportpraktijk.

Voor het Proefschrift klik hier

Bron: Rijksuniversiteit Groningen / Kenniscentrum Sport

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.


 
Auteur

Jessica Scheffer