Zijn de huidige fitness- opleidingen wel voldoende praktijkgericht?

Verschenen in Bodylife nummer 6 2016

In de vorige uitgave van BodyLIFE erkende Ronald Wouters van Fit!vak dat het kennisniveau van een deel van de fitnessinstructeurs tekort schiet. Hij pleit voor meer instructeurs op niveau 4 en 4+. De fitnessbranche, Fit!vak en de overheid willen namelijk dat er in de nabije toekomst enkel en alleen nog maar fitnesscentra zijn waar gediplomeerde fitnessinstructeurs met erkende opleidingen werken om de kwaliteit te waarborgen. Maar wat vinden de opleiders zelf hiervan? In dit deel over onze serie artikelen over opleiden en trainen laten we een aantal van hen aan het woord.

Tekst: Loet van Bergen

Momenteel kan iedere fitnessinstructeur in Nederland zonder diploma's training geven. Het is een vrij beroep. Of hij/zij dan het vak beheerst, is maar de vraag. Op Google is het aantal opleiders niet op een hand te tellen evenals het aantal soorten opleidingen, dat grofweg 32 bedraagt. Voor iedere discipline wordt tegenwoordig een opleiding/cursus gegeven. Instructeurs zien door de bomen het bos niet meer en het is lastig welke opleidingen het beste aansluiten op de huidige en toekomstige praktijk.

Groeiend aantal opleidingen
Vanwege de populariteit van fitness is er een enorm aanbod in opleidingen ontstaan. Martijn van Embden van Fit-NL vindt dit een goede zaak, gezien de snelle ontwikkelingen in de fitnessbranche (trends, nieuwe wetenschappelijke inzichten, verbeterde trainingsmethoden of ?materiaal). "Het is alleen wel zaak om de student een helder overzicht te kunnen geven ten aanzien van de kwaliteit, doel, erkenning en wat hij kan met de betreffende opleiding in het werkveld. Ook Barbara van Ulzen van de Hogeschool Amsterdam vindt dat er niets mis is met een verscheidenheid aan keuzemogelijkheden. "Wat het lastig maakt voor mensen die fitnessinstructeur of personal trainer willen worden, is de vraag waarop je je keuze van een opleiding en/of opleider moet baseren. Temeer omdat er weinig objectieve informatie voorhanden is. Ga je dan voor een goedkope en/of gemakkelijke opleiding zoals een thuiscursus, wat mijns inziens niet kan leiden tot een volwaardige fitnessinstructeur. Of voor een gedegen erkende opleiding die cursisten optimaal begeleidt en ondersteunt in de praktijk?" De groei in opleiders c.q. opleidingen hoeft volgens Bianca Karel van TRAIN THE TRAINERS geen probleem te zijn. "Het houdt de bestaande aanbieders scherp." Wat Bianca niet goed vindt, is dat de kwaliteit van de docenten nu en dan te wensen overlaat."Feitelijk zou een cursist vooraf moeten kunnen screenen welke docent de opleiding geeft en wat diens verdiensten zijn." Voor degenen in het fitnessvak die zichzelf willen verbeteren, is er dus keus te over. Maar meer betekent volgens Renata Jarz van XCO niet altijd beter. "Leuk voor de breedte van het werkveld! Helaas komt het alleen niet altijd ten goede aan de kwaliteit van de opleidingen. Opleidingen missen soms diepte en zijn daardoor erg basic. Daar kan nog heel veel winst behaald worden."

Werkveld
De aansluiting tussen opleiding en praktijk in de fitnessbranche kan natuurlijk altijd beter, vinden de opleiders. Aansluiting op het werkveld heeft uiteraard de hoogste prioriteit. Een goede opleider is volgens Tim Schoormans van Opleidingen 2000 dagelijks bezig om vernieuwingen en verbetering van hun vakgebied door te voeren om op deze manier voorop te kunnen blijven lopen. "Zeker nu er allerlei nieuwe vormen van fitness ontstaan zoals personal en small group trainingen, bootcamp, HIT Training, Crossfit, kracht en conditietraining." Maar ook aanvullende aspecten zoals leefstijlbegeleiding, voeding en gedragsverandering worden gecombineerd. "Dit vraagt om instructeurs die na hun basisopleiding, zoals bijvoorbeeld Fit!vak Fitnesstrainer- A en -B, zich gespecialiseerd hebben in bovengenoemde vakgebieden," aldus Tim. "Overigens de huidige opleidingen Fitnesstrainer A en B spelen al duidelijk in op de tegenwoordige praktijk. Deze worden jaarlijks geevalueerd en bijgesteld op basis van feedback van de particuliere opleiders, regulier onderwijs (ROC) en het werkveld. Waardoor de student op de hoogte is van de actuele trends en nieuwste inzichten. Iedereen die er ook maar een mening over heeft kan deze inbrengen bij Fit!vak en daar wordt serieus naar gekeken," is de ervaring van Tim.

Focus op gedragsverandering
John van Heel van EFAA denkt dat er meer kennis nodig is om vooral mensen met een chronische ziekte zoals obesitas, diabetes, niet aangeboren hersenletsel (NAH) en langdurige inactieven naar een gezonde leefstijl te begeleiden. "Dat vraagt meer dan we momenteel aanleren in de fitnessopleidingen." Omdat gedragsverandering gewoonweg een flinke uitdaging is voor veel mensen die starten met fitness, dient de focus volgens John meer te liggen op mentale coaching. "In de Fit!vak 4 + kennisdossiers en protocollen wordt het belang van mentale coaching en motivational interviewing onderschreven, dat bij meerdere opleiders aan bod komt. Zoals in elke branche bepaalt de vraag in de markt het aanbod. Dat is een niet te voorkomen marktmechanisme." Bianca vindt in die zin dat de branche sterk is veranderd. "Maar mensen zijn nog steeds mensen. Het gaat erom hoe je mensen benadert, coacht, begeleidt en test. Op dat gebied kunnen we nog veel leren. Het draait niet alleen om de consument effectiever hun doelstelling te laten behalen, maar ook om de retentie voor de club of trainer te bevorderen en dit werkt niet altijd met dezelfde aanpak. Minder theorie dus en meer aandacht voor praktische kwaliteiten waar uiteindelijk zowel de club of trainer als de klant langdurig succes mee kunnen behalen."

Verbeteringen
Toch zijn er door de branche al een flink aantal stappen gezet zoals blijkt uit de reacties van Tim en Jelmer Siemons van Start2Move. Het Fit!vak Fitnesstrainer-A boek is al weer in een vierde druk sinds 2010 en de inhoud is aangepast aan de huidige praktijk waar klantbegeleiding en goede didactische werkvormen een belangrijk onderdeel zijn. Daar leg je apart praktijkexamen in af.

Verder is het Fit!vak Fitnesstrainer-B boek afgelopen jaar zelfs volledig herschreven naar de meer breed opgeleide professional op het vlak van bijvoorbeeld klantbegeleiding, voeding, gedragsverandering en personal branding. Jelmer vindt dit al een flinke stap vooruit en zou het accent in de opleidingen nog meer willen leggen op gedragsverandering dat in de verandering van leefstijl een belangrijke rol speelt." Nu wordt er nog te vaak gefocust op resultaat op korte termijn." Daarnaast pleit Jelmer ook voor meer aandacht hoe een training aantrekkelijker kan worden gemaakt." Als een klant zich elke keer naar het fitnesscentrum moet slepen, zal hij het op den duur niet volhouden. Het is dan ook van belang een klant regelmatig succeservaringen te laten beleven en de focus vooral te leggen op het proces." "Belangrijk is dat in de opleiding veel aandacht is voor hoe een moderne gezondheidsprofessional zich kan verdiepen in het karakter, leefstijl en voorkeuren van deze klant", vult Tim aan. Volgens hem luistert een goede trainer in eerste instantie naar de klant en leert daarvan, en niet andersom. "Daarna gaat de trainer pas de weg bepalen." Tim gelooft dat vooral midden en hoog segment fitnesscentra niet meer op zoek gaan naar reguliere fitnesstrainers, maar naar Vitaalcoaches die de klant meer te bieden hebben. "De meerwaarde van deze gezondheidsprofessionals moet door het fitnesscentrum centraal gesteld worden als een plek in de regio waar mensen echt gezonder en gelukkiger worden. Op deze manier zal de fitnessbranche de meest belangrijke rol spelen in de grootste gezondheidsuitdaging van nu. Je moet nu opleiden voor wat er op termijn nodig is om de gezondheidsproblematiek effectief aan te kunnen pakken."

Edities