Bedrijfsfitness en de werkkostenregeling: Een absolute kans!

Verschenen in Bodylife nummer 3 2016

Vanaf 1 januari 2015 is de werkkostenregeling verplicht gesteld. De werkkostenregeling vervangt de oude fiscale regeling met betrekking tot het belastingvrij vergoeden van kosten en uitgaven. Voor de fitnessbranche is dit goed nieuws. Met de toepassing van de werkkostenregeling zijn de regels voor het onbelast vergoeden van fitnessabonnementen aanzienlijk versoepeld.

Tekst Mark Dongor (Prime AB)

Als fitnessondernemer biedt dit u ruime kansen om bedrijfsfitness aantrekkelijker te maken voor zakelijke klanten. In dit artikel omschrijf ik de wijze waarop bedrijfsfitness onbelast kan worden verstrekt aan werknemers via de werkkostenregeling.

De werkkostenregeling

Via de werkkostenregeling is het mogelijk om vergoedingen aan werknemers onbelast te laten plaatsvinden. In eerste instantie geldt dat 1,2% van de totale loonsom aan belastingvrije vergoedingen mag worden verstrekt. Alles wat daarboven wordt verstrekt is eindheffing en wordt belast tegen 80%. Er zijn echter een aantal andere manieren waarbij een werkgever onbelaste vergoedingen mag verstrekken zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de belastingvrije ruimte van 1,2%. Hieronder bespreek ik in het kort de manieren.

Gerichte vrijstellingen

De gerichte vrijstellingen betreffen vergoedingen aan werknemers die per definitie niet onder de belastingvrije ruimte van 1,2% vallen. Deze vergoedingen zijn bijvoorbeeld op vervoer en reiskosten, overnachtingen voor het werk, cursussen ter verbetering en onderhoud van kennis en vaardigheden en studie en opleiding. Ook producten van het eigen bedrijf die de werkgever als vergoeding verstrekt vallen onder een gerichte vrijstelling. Te denken valt aan personeelskorting op de aanschaf van een bedrijfsproduct door een werknemer. De korting die de werkgever verstrekt op het product mag daarentegen maar maximaal 20% bedragen, met een maximum van e€500 per jaar. Alles wat daarboven uitkomt mag een werkgever echter wel in de belastingvrije ruimte van 1,2% indelen.

De werkgever mag als gerichte vrijstellingsvergoeding ook de werkvoorzieningen aanmerken waarvan hij vindt dat de werknemer deze nodig heeft. Hierbij valt te denken aan gereedschap, computers, iPads en laptops. Ook valt bijvoorbeeld de internetaansluiting van de werknemer in zijn privéwoning hieronder, die vervolgens door de werkgever geheel of gedeeltelijk wordt vergoed. Het is aan de werkgever om te beoordelen welke werkgerelateerde voorzieningen als noodzakelijk worden geacht om als gerichte vrijstellings-vergoeding te kunnen aanmerken.

Nihilwaardering

De werkgever kan ook voorzieningen in natura verstrekken. Een voorbeeld hiervan is de verstrekking van maaltijden op het werk, een dienstwoning of kinderopvang die de werkgever zelf op de werkplek organiseert. Voorgenoemde vormen van vergoedingen vormen loon in natura. In dat geval moet worden vastgesteld of het loon in natura in de belastingvrije ruimte valt, of als een werkvoorziening kan worden beschouwd wat op nihil moet worden gewaardeerd. Let wel, nihilwaarderingen gelden alleen voor loon in natura en niet voor vergoedingen in geld.

Onbelaste vergoeding van bedrijfsfitness

Nu u een beeld heeft van hoe de werkkostenregeling is ingericht, omschrijf ik hier de manier waarop het bovenstaande van toepassing is op bedrijfsfitness. Een werkgever mag via de werkkostenregeling bedrijfsfitness als onbelaste vergoeding in de vrije ruimte van 1,2% opnemen. In de oude fiscale regeling voor vrije vergoedingen en verstrekkingen kon bedrijfsfitness ook onbelast worden vergoed. Echter was dit aan een aantal beperkingen onderhevig. In het kort kwam het erop neer dat deelname aan bedrijfsfitness open moest staan voor 90% of meer alle werknemers. Ook moest de bedrijfsfitness voor praktisch alle werknemers worden aangeboden in één fitnesscentrum. Ten slotte gold dat het bedrijfsfitnessabonnement niet mocht bestaan uit meer dan het faciliteren van kracht en conditietraining, wilde het in aanmerking komen als belastingvrije vergoeding. Indien er ook andere faciliteiten werden geboden (sauna, zonnebank, squash, tennis etc.) mochten deze niet onbelast worden vergoed. Deze beperkingen zijn nu volledig vervallen.

De werkgever is dus niet meer gebonden aan één fitnessclub en hoeft het niet meer voor praktisch alle werknemers ter beschikking te stellen. De werkgever kan de werknemer de vrije hand geven bij welke fitnessclub hij of zij wil sporten en het hierbij behorende abonnement van de werknemer onbelast vergoeden. Verschillende werknemers kunnen dus aangesloten zijn bij verschillende clubs en de werkkostenregeling is voor al deze werknemers van toepassing. Voorts mag het abonnement bestaan uit alle faciliteiten die een betreffende fitnessclub aanbiedt waar de werknemer gaat sporten. De regeling is dus aanzienlijk versoepeld. De werkgever dient er enkel wel op toe te zien dat de 1,2% vrije ruimte niet wordt overschreden.

Bedrijfsfitness als gerichte vrijstelling of nihilwaardering

Er zijn ook mogelijkheden om de toepassing van bedrijfsfitness onder een gerichte vrijstelling of een nihilwaardering te laten vallen. Het voordeel hiervan is dat de 1,2% vrije ruimte van de werkkostenregeling niet wordt aangetast. De gerichte vrijstelling voor bedrijfsfitness is van toepassing zodra een werknemer dit moet doen in het kader van zijn functie. Hierbij valt te denken aan een brandweerman, duiker of militair. Als de bedrijfsfitness plaatsvindt als reïntegratie-instrument op voorschrift van een arbo-arts is deze ook vrijgesteld. De nihilwaardering voor bedrijfsfitness is enkel van toepassing als de werkgever bedrijfsfitness aanbiedt (of laat aanbieden) op de werkplek. De waarde van de facilitering wordt dan op nihil gesteld. Onder bedrijfsfitness op de werkplek wordt verstaan het aanbieden van de mogelijkheid tot conditie- en/of krachttraining onder deskundige leiding of toezicht.


Mark Dongor, is accountant en fiscaal jurist en verbonden aan Prime Accountant & Belastingadviseurs B.V. Voor verdere informatie is hij bereikbaar per mail via mark@prime-ab.nl

Edities