Fitnessbranche gebaat bij sterren kwalificatiesysteem

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr3 2010

business I Wat kunnen we leren van…

I body LIFE 3I2010

“FitnessFirst wil zich meer gaan richten op grootstedelijke gebieden om daar de clubs verder te laten groeien”, legt Haakma uit. “Als het concept een succes is, overweegt Van der Valk meerdere filialen te openen. Vught wordt een soort pilot. Er zijn namelijk meerdere locaties geschikt om dit concept te kopiëren.”

Sportschool om de hoek

Haakma heeft veel vertrouwen in de locatie aan de Bosschweg waar veel mensen in de buurt wonen, genoeg ruimte is en gratis parkeerplaatsen zijn. Voor hem betekent Fit Inn een nieuwe uitdaging na zijn periode bij FitnessFirst en de HDD Group, die hij mede heeft opgericht.

“Begin 2008 ben ik vertrokken bij FitnessFirst en heb ik in dat jaar consultancy werk verricht en voor de rest heb ik het rustig aangedaan. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan. In 2009 heb ik een low budget club in Noord-Spanje geopend en een aantal low budget clubs in België opgezet, die ik weer heb doorverkocht. Eind vorig jaar werd ik gevraagd door Van der Valk om Fit Inn Vught te gaan leiden. Begin dit jaar zijn we geopend. In eerste instantie hebben er geen rigoureuze veranderingen plaatsgevonden. Alles blijft zoals het was. Ook het all inclusive-concept is behouden. Alleen de prijzen zijn naar beneden gegaan. Een abonnement dat toen 50 euro kost, is nu 35 euro. Voor nieuwe klanten is het ongeveer dertig procent goedkoper.” De bestaande klanten hebben we geïnformeerd over deze overname. Zij hebben een brief gekregen met een aanbieding die volgens Haakma nog beter is. De 40 personeelsleden, waarvan het merendeel parttime werkt, is overgegaan naar Fit Inn Vught. Haakma: “Dit moet juist meer een ‘sportschool om de hoek’ worden. “Je merkt dat de grotere concerns in de kleinere gemeenten de grip aan het verliezen zijn. De afgelopen jaren is er bij sportscholen veel bezuinigd op begeleiding op de vloer. Daarvoor moesten speciale personal trainers worden ingehuurd. Die ontwikkeling draaien wij terug. De personal trainers blijven, maar de begeleiding op de vloer komt terug.”

Begeleiding

Begeleiding vindt Haakma een essentieel onderdeel van fitness. “Helaas blijkt uit de praktijk dat de begeleiding vaak tekort schiet. In het kader van retentie is begeleiding een belangrijk punt. Er zijn een heleboel factoren die retentie kunnen beïnvloeden. Een cruciaal punt blijft aandacht. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat leden de aandacht krijgen die ze nodig hebben?

Bij Fit Inn bieden we twee begeleidingsmogelijkheden: personal training of begeleiding door onze fitnessinstructeurs. Uiteraard proberen wij onze leden te stimuleren om personal training te nemen, waarbij je 1-op-1 begeleiding krijgt.” Haakma gelooft in het principe van personal training. Een training die zijn waarde duidelijk heeft bewezen. “Hier in Vught neemt ongeveer 10% van de leden een personal training.” Volgens Haakma wordt een personal trainer teveel gezien als iemand die je alleen op de fitnessvloer begeleidt. “Het is eerder een lifestyle coach die je helpt om gezonder en energieker te worden. Overigens krijgt iedereen die hier lid wordt een uitgebreid intake gesprek en worden ze de eerste 6 weken een aantal keren persoonlijk begeleid. Na die 6 weken kunnen ze kiezen voor een personal trainer of begeleid worden door onze fitnessinstructeurs op de vloer. Om de leden te motiveren in alle facetten, is het gehele personeel - of ze nu schoonmaker zijn, receptiewerk doen of in de crèche werken - betrokken.” Op deze manier krijgen de leden belangstelling en aandacht van alle medewerkers en niet alleen van onze instructeurs. Iedereen krijgt ook een basisopleiding op het gebied van fitness.” Haakma is ervan overtuigd dat dit bijdraagt aan een stimulerende en prettige fitnessomgeving.

Salesteam bewijst

zijn waarde

Dat het concept van Fit Inn Vught aanslaat, blijkt uit de groei van het aantal nieuwe leden. Haakma: “Toen we begin dit jaar startten, hadden we er in no-time 250 nieuwe leden bij. Daarnaast hebben we de bestaande leden overgenomen en zitten nu op zo’n 1600 leden. In de beginperiode hebben we nauwelijks reclame gemaakt. We hebben alleen een aantal acties gehouden onder de bestaande leden, die door namen door te geven van vrienden en bekenden extra korting op hun inschrijfgeld/abonnement konden genereren. Verder is het salesteam bezig met het telefonisch benaderen van de oud-leden van de club wat positieve resultaten oplevert.” In veel clubs wordt de sales gedaan door receptiemedewerkers en/of instructeurs. “Toch heb je mensen nodig die weten wat verkopen is en ook de skills ervoor hebben”, stelt Haakma. “Met alle respect voor de instructeurs denk ik dat dit niet degenen zijn die nieuwe leden moeten binnenhalen. Uiteraard wel behouden. Wel betekent een sales-team extra personele kosten. Aan de andere kant hoeven we daardoor minder aan marketing te doen. Verder liften we mee op de reclame die de aanwezigheid van Van de Valk voor dit centrum maakt. Hotelgasten kunnen een voucher kopen bij de receptie voor 1 dag. Daarnaast wil Van der Valk arrangementen gaan aanbieden met fitness, wellness en beauty.”

Service

Een ander punt waarvan Haakma vindt dat dit vaak ontbreekt in fitnessclubs, is de service. “Zeker als je voor een abonnement meer dan 40 euro per maand kwijt bent. Alle zaken die kenmerkend zijn voor FitnessFirst zoals gratis koffie, thee, frisdrank en DVD uitleen, hebben we gehandhaafd. Daarnaast hebben we de fitnessbegeleiding op de vloer geïntensiveerd. Desondanks hebben we de tarieven juist verlaagd om een grotere doelgroep te bereiken. Nu betalen ze tussen de 30 en 40 euro. Dit lijkt duur, maar als je kijkt naar een budget club die 17 euro vraagt en waarbij je voor alle extra’s zoals douchen, drankjes enz. moet bijbetalen, dan vindt Haakma de prijzen meevallen. “Service is en blijft een belangrijk issue. Helaas constateert hij dat service vanwege de kosten te gemakkelijk wordt geschrapt door de directie. “Men realiseert zich te weinig welke impact dit heeft op de club”, aldus Haakma

Koppeling met

wellness en beauty

Naast Fit Inn opent binnenkort Alizonne een nieuwe vestiging in de villa, die gelegen is achter Hotel Vught en vroeger het oud hoofdkantoor was van FitnessFirst. Allizonne biedt onder meer afslanken, contourverbetering, huidverjonging en rimpelbehandeling met de modernste technieken. Behandelingen die niet alleen gericht zijn op uiterlijke schoonheid, maar waarin het gezondheidsaspect een belangrijke rol speelt. Haakma: “In het kader van preventieve geneeskunde biedt Alizonne effectieve behandelplannen voor gewichtscorrectie, suikerziekte, hoge bloeddruk, darmproblematiek, overmatige transpiratie en huidaandoeningen. Met Allizonne gaan we ook samenwerken. Zo kunnen straks gasten van Hotel Vught arrangementen boeken met fitness en beauty. Verder liggen er ideeën om mensen die willen afvallen te laten behandelen door Alizonne, waarbij ze gebruik kunnen maken van de apparatuur van Fit Inn Vught.” Haakma ziet veel in deze samenwerking. “Hiermee kun je je ook onderscheiden in de markt.” Juist stand-alone fitnesscentra dienen volgens hem samenwerking met andere partijen aan te grijpen om te kunnen overleven in de snel veranderende fitnessmarkt.

Segmenteren

“Overleven in de fitnessbranche is een kwestie van een goed concept neerzetten”, stelt Haakma. “Dat kan een all-inclusive club zijn, maar ook een low budget of gespecialiseerde club met bijvoorbeeld alleen indoorcycling of Zumba.” Haakma denkt wel dat er behoefte is aan gesegmenteerde clubs in de markt. “Er zitten wel bepaalde risico’s aan omdat deze clubs vaak gerund worden door één iemand of een erg klein team. Bij uitval door ziekte, heb je een probleem. Bij grotere clubs kun je dit opvangen. Daarnaast zie je in de markt ook steeds meer fysiotherapiepraktijken die fitness aanbieden. Voor revalidatie of kort durende programma’s is dit een prima aanvulling, maar wat betreft sfeer is het vaak onaantrekkelijk.” Toch meent Haakma dat er voor de fitnessbranche nog voldoende uitdaging ligt. “We dienen wel te waken voor overcapaciteit.” Zelf zou Haakma vandaag de dag geen all-inclusive club meer durven neer te zetten. Wel overnemen. Je ziet momenteel clubs failliet gaan die niet meer geïnvesteerd hebben. Punt daarbij is dat de banken niet meer happig zijn om de investeringen te financieren. Kansen liggen er zeker nog in het low budget segment, maar dat hangt sterk af van de locatie en concurrentie. Dat wordt nog wel eens verkeerd ingeschat. Je moet minstens 1500/1600 leden hebben om break-even te draaien. Vaak moet er in het begin geld bij. Verkijk je er dus niet op”, waarschuwt Haakma.

Sterrensysteem

Tenslotte pleit Haakma voor een sterren kwalificatiesysteem in de fitnessbranche: van heel basic 1 ster tot zeer luxe centra met 5 sterren. De vraag is alleen wie dat moet classificeren? Haakma denkt dat dit een taak is voor een onafhankelijke brancheorganisatie of een organisatie zoals ANWB. “De consument heeft vaak geen idee van de verschillen tussen centra en kwalificeren te vaak op prijs. Voor alle 5 categorieën dienen er dan minimumnormen (de basisnormen) te gelden waaraan elk fitnesscentrum in de betreffende categorie moet voldoen. De minimumnormen worden zwaarder naarmate het om een hogere sterrencategorie gaat. Fitnesscentra uit de categorieën 2 tot en met 5 sterren dienen bijvoorbeeld niet alleen aan de basisnormen van de betreffende categorie te voldoen, maar tevens een oplopend aantal punten te halen door het voldoen aan een aantal (vrijwillige) aanvullende normen. Hiermee worden de individuele extra kwaliteiten (voorzieningen, faciliteiten en services) van het centrum beloond.” Een dergelijk kwalificatiesysteem schept volgens Haakma veel duidelijkheid voor de consument. Er kan op deze manier gemakkelijker een keuze gemaakt worden gerelateerd aan zijn budget en/of sportbehoefte. Een systeem dat er wat hem betreft, snel dient te komen. Daar is de hele fitnessbranche uiteindelijk mee gebaat”, merkt Haakma tot slot op.

Loet van Bergen

business I opleiding

Nederland overspoeld met buitenlandse fitnessopleidingen en PT-concepten.

De Nederlandse fitnessbranche staat in Europa bekend als een professionele, invloedrijke branche met één van de grootste deelnamecijfers. Ook op het gebied van training en opleiding staat Nederland hoog aangeschreven. Dit komt mede doordat in Nederland het reguliere sportonderwijs (CIOS, ROC, ALO) ruim is vertegenwoordigd en onder auspiciën valt van het ministerie van Onderwijs (OC&W). Daarnaast worden de opleidingen professioneel aangevuld met branche-erkende particuliere Fit!vak opleidingen die onder het ministerie van VWS vallen.

De consument en fitnessprofessional ziet door de bomen het bos niet meer

Zoals andere branches krijgt ook de fitnessbranche te maken met invloeden uit andere Europese landen. De grenzen zijn nu eenmaal open. Ook op het gebied van opleidingen komt dit veel voor. Vooral fitnessopleidingen en opleidingen tot personal trainer, zoals NASM en ACE doen de laatste tijd hun intrede. Er is echter veel onduidelijkheid over de erkenningen en verschillen tussen de Nederlandse en de buitenlandse opleidingen.

Het Nederlandse opleidingssysteem

Het sportonderwijs valt, zoals hierboven omschreven, onder het ministerie van OC&W en het ministerie van VWS. Opleidingen die aan de eisen voldoen worden dan ook wel Rijkserkend genoemd. Bij het reguliere onderwijs vallen de opleidingen nog steeds onder OC&W. De particuliere praktijkopleidingen vallen ook nog onder VWS, alleen valt de organisatie hiervan sinds 2009 onder de verantwoordelijkheid van brancheorganisatie Fit!vak. Zij doen dit wel onder auspiciën van VWS. Het ministerie benadrukt dat de brancheorganisaties sportopleidingen moeten erkennen en waarderen. De brancheorganisatie heeft tenslotte de meeste branchekennis. Zo valt voetbal onder de KNVB, tennis onder de KNLTB en fitness onder Fit!vak. Het opleidingssysteem van Fit!vak wordt gecontroleerd door Calibris (voorheen OVDB) in opdracht van VWS. Om dus in het bezit te komen van een branche- en/of Rijkserkend diploma moet dit een CIOS, ROC, ALO of Fit!vak diploma zijn. Alle andere opleidingen worden dus niet erkend binnen dit opleidingssysteem. Buitenlandse opleidingen worden niet beoordeeld en vallen dus ook buiten de erkenningen.

Erkenning door werkgever

In Nederland heb je veel verschillende soorten sportopleidingen die niet onder de bovenstaande erkenning vallen. De meeste opleidingen bieden daarom een eigen diploma aan bij de afsluiting van de opleiding. Als de opleider bekend is bij een werkgever, kan men soms zonder erkenning toch aan het werk. Simpelweg omdat het beroep van fitnesstrainer, groepslesdocent of zelfs personal trainer niet beschermd is. Feitelijk kan iemand zelfs zonder diploma aan het werk. Hierdoor is, ondanks het aanwezige opleidingssysteem, veel wildgroei ontstaan binnen de opleidingen. De klant van de sportschool stelt geen vragen over diploma’s. Niet omdat men dat niet belangrijk vindt, maar omdat men er eigenlijk van uit gaat dat trainers over de juiste diploma’s beschikken. Mede hierdoor hoeven werkgevers tot nu toe niet heel kritisch te zijn. Daar zal echter spoedig verandering in komen.

Fitness op recept

Al jarenlang praten zorgverzekeraars over het preventieve belang van een gezonde leefstijl. Het is dan ook haast onbegrijpelijk dat de fitnessbranche en de zorgverzekeraars nog altijd geen structureel samenwerkingsverband hebben opgesteld. Over het algemeen komt het op dit moment niet veel verder dan een paar procent korting op een sportabonnement. Het bewegen daadwerkelijk vergoeden is niet haalbaar, omdat zorgverzekeraars kwaliteitsborging eisen. Hierbij komt dus de kwaliteit van de begeleider om de hoek kijken. En juist deze borging wordt gevonden in de diplomering, waarover op dit moment nog geen duidelijkheid is. Andere beroepen worden wel vergoed, zoals fysiotherapeuten en tandartsen. Dit zijn beschermde beroepen waarbij de specialist als zodanig staat geregistreerd. Maar ook onbeschermde beroepen, zoals gewichtsconsulenten, worden inmiddels ook vergoed, omdat zij zich hebben verenigd onder hun beroepsvereniging BGN. Je kunt jezelf gewichtsconsulent noemen, maar wil je je bij de beroepsvereniging aansluiten, dan dien je de juiste diploma’s hebben (alleen dan wordt je consult vergoed). Personal trainers hebben dit voorbeeld al gevolgd door zich te verenigen in beroepsvereniging ClubPT. Zij werken samen met de BGN om de zorgverzekeraars ervan te overtuigen om de leefstijladviezen van de PT-er te laten vergoeden door de zorgverzekeraar. Ook de fitnessbranche gaat dit voorbeeld nu volgen. Fit!vak is al langere tijd bezig met het opzetten van een register voor erkende groepslesdocenten, fitnesstrainers, personal trainers en fitnessspecialisten. Doel hiervan is duidelijkheid geven in erkende diploma’s en daarmee kwaliteitsborging. Uiteindelijk zal dit leiden tot vergoedingen door zorgverzekeraars. Het streven is om het register deze zomer te lanceren en vanaf 2011 ‘fitness op recept’ te kunnen gaan aanbieden.

Voorbereiding door opleiders

Opleiders in de fitnessbranche bereiden zich voor op deze nieuwe ontwikkelingen. Opleidingen worden nog beter afgestemd op de eisen die de overheid, Fit!vak, werkgevers, klanten, maar dus ook de zorgverzekeraars stellen. Fit!vak is hierin de spin in het web met haar nieuwe register. Alleen trainers die in dit register komen, zullen van deze nieuwe ontwikkelingen profijt hebben. Trainers met de juiste diploma’s die zijn opgenomen in het register, zullen onmisbaar worden voor fitnesscentra. Aangezien bijna de helft van de trainers in Nederland over niet-erkende of zelfs geen diploma’s beschikken is er nog veel werk aan de winkel. Fitnesscentra zullen in de toekomst mogelijk alleen nog maar met geregistreerd personeel willen werken, omdat zij anders veel omzet mis zullen lopen. Zeker als naast de zorgverzekeraar ook de klant gaat vragen of het personeel erkend geregistreerd is. Bij Opleidingen 2000 geven wij al vele jaren Rijkserkende opleidingen. Vaak liepen wij klanten mis die kozen voor goedkopere, kortere of schriftelijke opleidingen. Toch geloven wij dat goedkoop uiteindelijk duurkoop is en zijn wij blij dat alle cursisten die wij de afgelopen jaren hebben opgeleid, naadloos aansluiten bij deze nieuwe ontwikkelingen en rechtstreeks in het register kunnen. Voor ons een absolute waardering van ons werk als opleidingsspecialist.

Verkorte bijscholingen

als oplossing

Speciaal voor mensen die nog geen erkend diploma hebben, maar wel werkzaam zijn als trainer en die nu snel klaar willen zijn voor het register, bieden wij nu verkorte opleidingen aan tot Fitnesstrainer of Groepslesdocent. Deze opleidingen worden, zoals altijd bij ons, afgesloten met een Fit!vak examen, zodat deze trainers alsnog voorbereid zijn op hun toekomstige functie als erkend trainer. Verder biedt Opleidingen 2000 aangepaste opleidingen aan tot Personal Trainer (Vitaal Coach) speciaal voor mensen met de juiste vooropleiding zoals in de fitness- of fysiobranche.

TIM SCHOORMANS,

is algemeen manager en docent van Opleidingen 2000.

body LIFE 3I2010 I

Edities