Wearables: hype of niet?

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr8 2014
Vloek of een zegen voor jouw fitness-onderneming?

Mobiele apps voor hardlopen en fitness tracking, maar ook wearables zijn de afgelopen tijd steeds populairder geworden onder consumenten. Analisten voorspellen dat de markt voor dit soort draagbare apparaten zal doorgroeien tot een marktwaarde van 12 miljard dollar in 2018. Maar hoe verhouden deze veranderingen zich tot de fitnessbranche? Is het een bedreiging of biedt het juist nieuwe kansen?

Quantified self (QS) is de term voor een relatief nieuw fenomeen waarin mensen allerlei data over zichzelf meten en verzamelen met behulp van nieuwe technologieën. Hoewel QS vaak gebruikt wordt om het meten van fysieke activiteit en fysieke voortgangswaarden aan te duiden, kan het ook om andere waarden gaan, zoals het slaappatroon, productiviteit en stress.

In feite is QS niet helemaal nieuw, aangezien het uurwerk eveneens kan worden gezien als een vorm hiervan. Immers, het meten van tijd helpt ons om te meten wat we op een dag gedaan kunnen krijgen. Essentieel voor QS is dat het niet alleen draait om het meten van data, maar dat deze data gebruikt wordt om te reflecteren op de huidige toestand en de voortgang over tijd. Neem de weegschaal. Bijna iedereen weegt zich af en toe om te kijken hoe hun gewicht is veranderd ten opzichte van de laatste keer. De laatste jaren heeft technologische innovatie op de consumentenmarkt de grenzen van wat mogelijk is qua QS flink verlegd. Nieuwe, betaalbare sensoren vinden hun weg naar de consument en vergroten daarmee de beschikbare hoeveelheid data, waardoor de mogelijkheden navenant toenemen.

Apps

Een van de populairste QS-gerelateerde producten is de Fitbit activiteitenmonitor. Kort gezegd is het een moderne variant van de stappenteller, die niet alleen je dagelijkse aantal stappen telt, maar deze synchroniseert met een website en een mobiele app. Op deze platforms wordt de gesynchroniseerde data gebruikt om feedback op maat te leveren, bijvoorbeeld in relatie tot het dagelijkse bewegingsdoel van de gebruiker. Hoewel Fitbit verreweg de meest verkochte activiteitenmonitor op de markt is, zijn er vele gelijksoortige apparaten verkrijgbaar, zoals de Nike Fuelband, Jawbone Up en Pebble.

Activiteit meten met bijvoorbeeld Fitbit is slechts een van de vele toepassingen die beschikbaar zijn voor consumenten. Andere voorbeelden zijn body composition monitors zoals de Withings-weegschaal. Deze weegschaal meet data zoals het lichaamsgewicht en vetpercentage, die online en via een mobiele app kunnen worden weergegeven voor zelfanalyse. Maar ook GPS-gestuurde hardloop-apps zoals Runkeeper, Endomondo en Runtastic zijn goede voorbeelden van hoe nieuwe technologieën kunnen helpen om sportprestaties en voortgang te meten.

Met mobiele apps zoals Nike Training Club en Virtuagym kunnen consumenten workouts doen, met behulp van een virtuele trainer die de gebruikers instrueert. Deze apps tracken ook de voortgang aan de hand van bijvoorbeeld het aantal repetities en het gebruikte gewicht. De Lumoback is een sensor die rond het middel gedragen wordt en die de houding van de gebruiker de hele dag door meet. Wanneer de rug van de gebruiker een verkeerde houding heeft, geeft de mobiele applicatie feedback met het doel de houding te verbeteren en daarmee pijn in de onderrug te voorkomen. Al deze voorbeelden laten zien hoe nieuwe technologie mensen kan helpen om in betere vorm te komen, gezonder te eten en fitter te worden. Echter, daar al de genoemde voorbeelden consumentenoplossingen zijn, betekent dit dan dat fitnesscentra in de gezondheidssfeer moeten gaan concurreren met technologiegrootmachten als Nike en Apple?

Bedreiging of kans?

Het lijkt erop dat de meeste innovaties in het kader van gezondheid en fitness buiten de fitnessindustrie zijn ontstaan. Het zijn immers veelal tech-bedrijven die interactieve applicaties voor consumenten hebben ontwikkeld. Fitness trackers en apps zijn gemeengoed onder consumenten en de markt voor dit soort producten groeit gestaag door. Maar betekent dit dat het een bedreiging is voor fitnesscentra en personal trainers? Om die vraag te beantwoorden moeten we een stap terug doen en onszelf de vraag stellen waarom klanten überhaupt naar een sportschool gaan.

Als je je klanten vraagt waarom ze lid zijn geworden van je club, zullen ze waarschijnlijk niet antwoorden dat ze het gewoon zo ontzettend leuk vinden om te sporten. Laten we eerlijk zijn, de meeste mensen zouden liever andere dingen doen dan sporten; op de bank voor de TV hangen bijvoorbeeld. Hun motivatie is extrinsiek in plaats van intrinsiek. De meest gehoorde antwoorden zijn: afvallen, fit worden en de gezondheid verbeteren. Als dat écht de reden is waarom mensen lid worden van een club, dan zou je als clubeigenaar in de problemen kunnen komen. Want dat is precies wat mobiele apps en trackers óók beloven. Als het mensen alléén maar om gewichtsverlies gaat, kunnen ze net zo goed elke dag gaan hardlopen of thuis kunnen sporten in plaats van hun geld en tijd in jouw diensten te besteden.

Motivatie

Ik geloof er sterk in dat mensen hoofdzakelijk naar een fitnesscentrum gaan om gemotiveerd te worden. Ze zijn bereid om te betalen voor een lidmaatschap omdat ze zich realiseren dat ze hun doelen niet in hun eentje kunnen bereiken, zonder aandacht en ondersteuning van jouw personeel, faciliteiten en diensten. Je leden willen actief gemotiveerd worden om hen te helpen hun doelen te bereiken. Want motivatie vergroot de kans op duurzame gedragsverandering en juist duurzame gedragsverandering is de sleutel tot het bereiken van doelen. Zo simpel is het, hoewel dit tegelijkertijd ook de grootste uitdaging in onze branche is; mensen veranderen nu eenmaal niet makkelijk hun gewoonten.

Al deze nieuwe apps en fitness trackers kunnen als een bedreiging worden gezien, wanneer je ze als substituut ziet voor je eigen dienstverlening. Echter, dezelfde technologie die nu veelal direct aan consument wordt aangeboden, kan ons ook helpen als industrie om onze productpropositie te verbeteren. Want nieuwe technologieën kunnen helpen om klantmotivatie op verschillende wijzen te verhogen. Ik noem een paar voorbeelden:

Maak een echte 'club' van je fitnessclub:

Onderzoek wijst uit dat sociale interactie een kerngetal is voor klantretentie: fitnesscentra waar leden een hoge mate van sociale interactie kennen, hebben een hogere retentiegraad. Echter, de meerderheid van fitnesscentra kent weinig tot geen sociale interactie, buiten misschien een begroeting aan de balie. Met voldoende visie en ambitie kun je technologie je laten helpen bij je inspanningen om sociale interactie te vergroten. Online community platforms, challenges en groepsinteractie kan helpen om sociale connecties onder leden en personeel op te bouwen. Het biedt ook de mogelijkheid interessegroepen te ontwikkelen, bijvoorbeeld voor hardlopers, ouderen, mensen met overgewicht, enz. Hier kunnen zij met elkaar kunnen communiceren. Door middel van deze sociale groepen is het vervolgens mogelijk de sociale netwerken van je klanten te bereiken en je onderneming te promoten. Of ze het zich beseffen of niet, veel health clubs presteren juist zo goed omdat ze erin geslaagd zijn deze sociale gemeenschap onder hun leden op te bouwen.

Gamification maakt sporten leuk:

Technologische innovatie kan helpen om sporten leuker te maken door activiteiten te belonen met punten en virtuele medailles, door uitdagingen te organiseren waar leden het tegen elkaar kunnen opnemen of juist samen kunnen werken. Je kunt ook een stap verder gaan en speltechnologie direct integreren met fitness, ook wel exergaming genoemd. Een voorbeeld hiervan is het Duitse bedrijf Playoke, dat de 3D cameratechnologie van Microsoft Kinect gebruiken. Er zijn verschillende fitnessgames voor de Xbox die deze cameratechnologie gebruiken, waardoor gebruikers thuis kunnen sporten met een virtuele trainer. Playoke gebruikt diezelfde technologie om beweging te meten in groepslessen en beloont vervolgens prestaties aan de hand van de gemeten data.

Zelfmanagement met geautomatiseerde coaching:

Hoewel personal training zonder twijfel de beste manier is om de motivatie én resultaten te verbeteren, kan helaas niet iedereen dit zich financieel veroorloven. Ook hier kan technologie het gat dichten. Een goed voorbeeld van geautomatiseerde coaching is de virtuele spinning-les. Ze bieden fitnesscentra een mooie oplossing om onderhoudende groepslessen aan te bieden tijdens daluren.

Tevens kunnen mobiele apps gebruikt worden om op maat gemaakte trainingsplannen te verstrekken, oefeninginstructies te geven, voortgang te tracken of zelfs voedingsbegeleiding te geven. Door deze diensten aan je leden te leveren, kun je voorkomen dat ze voortijdig bij je weggaan. Door het trainen met ondersteuning van een app makkelijker te maken voor je klanten, haal je een hoop drempels weg. Bovendien kun je met een digitaal voedingsprogramma, gezonde voeding onderdeel maken van het programma. Omdat voor afvallen gezonde voeding voor tenminste 50% van belang is, moge het duidelijk zijn dat dit een positief effect zal hebben op retentie.

Bovendien kun je zelfmanagement-technologie makkelijk combineren met periodieke persoonlijke begeleiding. Dit leidt tot een zeer effectieve en betaalbare manier van personal coaching, die de voordelen van technologische innovatie en persoonlijke aandacht combineert. Het financiële potentieel is aanzienlijk, omdat in feite iedereen dit kan betalen. En naast het feit dat je extra omzet per lid maakt, zal iemand die regelmatig persoonlijke aandacht niet zo snel weg zal gaan. Ze behalen immers de resultaten, die jij ze hebt beloofd. Uit onderzoek blijkt dat gemotiveerde leden die resultaten behalen langer blijven, meer geld uitgeven én je bij hun vrienden aanbevelen. Het is dus tijd om technologie je club binnen te halen!

Quantified Self technologie:

Edities