Senioren, een interessante doelgroep

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr9 2011

I body•LIFE 9I2011

Ruim baan voor opa

De oudere werknemer ontvangt meestal meer salaris vergeleken met een jongere, omdat hij of zij dat in de loop der jaren heeft opgebouwd. Wat vaak vergeten wordt, is dat die oudere werknemer meer ervaring heeft en efficiënter werkt dan een pas beginnende medewerker. En dat is ook wel wat waard.

Moderne technieken

Er zijn nogal wat vooroordelen over oudere werknemers. Zo zouden ze vaak ziek zijn, totaal geen interesse hebben in, en dus geen kennis van, moderne technieken als computers en e-mail, en traag werken. Geen enkele van die aannames klopt, enkele uitzonderingen daargelaten. Sterker nog, een oudere medewerker heeft vaak een groter verantwoordelijkheidsgevoel, meer loyaliteit en betrokkenheid bij de organisatie waar hij of zij werkzaam is. Bovendien zorgt die ‘oudere’ beter voor zichzelf: hij of zij leeft bewuster en doet vaak op hoge leeftijd nog aan een of andere sport. Met als gevolg: een betere gezondheid.

We zien tegenwoordig een trend ontstaan die men ‘downaging’ noemt: oudere mensen blijven langer fit en beroepsmatig actief dan gewoonlijk wordt verondersteld. In de media wordt dan gerept over ‘de vergrijzing’ van de maatschappij, en dat zou allerlei nadelige gevolgen hebben. Bijna het tegendeel is waar: die vergrijzing leidt tot nieuwe levensopvattingen en -invullingen die eerder een verjonging van het gedrag, de waarden en de persoonlijke instelling tot gevolg hebben. Factoren als ervaring en kennis worden daarmee des te belangrijker.

We moeten een andere koers gaan varen voor wat betreft de oudere werknemers. In Zweden, Denemarken en Zwitserland is het aandeel werkenden met een leeftijd tussen de 55 en de 64 jaar, tussen de 60 en 70 procent. Hier in ons land is dat nog geen 40 procent. Al in 2020 zal eenderde deel van het arbeidspotentiaal ouder zijn dan 50 jaar

Overleven

Om het arbeidspotentiaal op peil te houden (en de AOW betaalbaar), zijn al diverse suggesties geopperd. Zo zouden de opleidingen korter moeten duren, meer vrouwen aan het werk moeten gaan, de instroom van buitenlandse werknemers gestimuleerd moeten worden, enzovoort. Aan de andere kant wordt voorgesteld om de 60-plusser automatisch in een lagere belastingschaal te laten vallen zodat hij of zij gemotiveerd wordt om langer door te werken. En waarom eigenlijk ook niet? We worden ouder – we worden gemiddeld 30 jaar (!) ouder dan 100 jaar geleden – en we blijven langer fit en gezond.

Er zijn nogal wat initiatieven ontwikkeld om de oudere werknemer weer aan het werk te krijgen. Er zijn zelfs uitzendbureaus die zich specifiek richten op de ouderen. Bedrijven zelf roepen maatregelen in het leven om hun oudere werknemers actief te houden, zoals fitnessprogramma’s, flexibele werktijden, aangepaste werkplekken, enzovoort. Wat dat betreft blijft de overheid zoals gewoonlijk weer wat achter.

Hypermodern

De verschillen tussen de oudere en de jongere generatie zijn minder groot dan men gewoonlijk veronderstelt. Er is nauwelijks een kloof tussen de babyboomers en de generatie of hoe je die ook wilt noemen. Van de ouderen wordt gezegd dat ze niet flexibel zijn, vast willen houden aan hun vaste werkplekken, alles liever afdrukken dan van een scherm af lezen, enzovoort. Maar uit onderzoeken blijkt dat ook jongeren documenten afdrukken, belang hechten aan een vaste werkplek, niet allemaal even technisch onderlegd zijn waar het gaat om hypermoderne communicatiemiddelen en -methoden. De favoriete manier van werken heeft dus niet zozeer met leeftijd te maken, als wel met het soort mens dat je nu eenmaal bent.

Want ook de leden van de generatie-Y (ook wel screenagers, millennials, digital natives of generatie-Einstein genoemd) lijden onder vooroordelen: deze eerste generatie die met het internet is opgegroeid zou minder vooroordelen hebben, digitaal denken en voelen, openstaan voor allerlei vernieuwingen op het gebied van werken (mobiel, flex), telkens nieuwe uitdagingen zoeken, volledig op de hoogte zijn van alle nieuwste communicatietechnieken, problemen het liefst in teamverband oplossen, enzovoort. In de praktijk blijkt dat nogal tegen te vallen, zo wijzen diverse onderzoeken uit. Slechts 14,7 procent, zo blijkt uit een onderzoek in Duitsland van het DEGW onder 2.098 studenten (81 procent van de generatie-Y (*1980-1994), de rest van de generatie-X (*1965-1979)). Het zijn dus beslist geen whizzkids, of in ieder geval geen technofreaks. Dat blijkt uit het lijstje van apparaten die deze studenten gebruiken: 92 procent heeft een mobiele telefoon, 88 procent gebruikt een laptop, 70 procent een MP3-speler, 50 procent heeft een PC. Echte high-end apparaten als PDA’s, iPods en Wii zijn nauwelijks genoemd.

Het verschil tussen de oudere en de jongere werknemer is dus lang niet zo groot als men aanneemt. De vraag rijst dan natuurlijk waarom de jongere werknemer veel gemakkelijker aan een baan komt vergeleken met een oudere. Zeker in deze moeilijke tijden, en in de nog veel moeilijker tijden die we tegemoet gaan vanwege het gestaag afnemende arbeidspotentiaal, moeten we elke mogelijkheid benutten om de werknemers binnen te houden en te halen. Laten we daarom eerst eens afstappen van al die vooroordelen.

Hans Hooft

Om de AOW te kunnen behouden als oudedagsvoorziening moeten we langer doorwerken, tot na ons 65e jaar. Voor veel betrokkenen is dat een minder prettige boodschap, maar voor organisaties zou het best eens een positieve maatregel kunnen zijn.

De oudere werknemer ontvangt meestal meer salaris vergeleken met een jongere, omdat hij of zij dat in de loop der jaren heeft opgebouwd. Wat vaak vergeten wordt, is dat die oudere werknemer meer ervaring heeft en efficiënter werkt dan een pas beginnende medewerker. En dat is ook wel wat waard.

Moderne technieken

Er zijn nogal wat vooroordelen over oudere werknemers. Zo zouden ze vaak ziek zijn, totaal geen interesse hebben in, en dus geen kennis van, moderne technieken als computers en e-mail, en traag werken. Geen enkele van die aannames klopt, enkele uitzonderingen daargelaten. Sterker nog, een oudere medewerker heeft vaak een groter verantwoordelijkheidsgevoel, meer loyaliteit en betrokkenheid bij de organisatie waar hij of zij werkzaam is. Bovendien zorgt die ‘oudere’ beter voor zichzelf: hij of zij leeft bewuster en doet vaak op hoge leeftijd nog aan een of andere sport. Met als gevolg: een betere gezondheid.

We zien tegenwoordig een trend ontstaan die men ‘downaging’ noemt: oudere mensen blijven langer fit en beroepsmatig actief dan gewoonlijk wordt verondersteld. In de media wordt dan gerept over ‘de vergrijzing’ van de maatschappij, en dat zou allerlei nadelige gevolgen hebben. Bijna het tegendeel is waar: die vergrijzing leidt tot nieuwe levensopvattingen en -invullingen die eerder een verjonging van het gedrag, de waarden en de persoonlijke instelling tot gevolg hebben. Factoren als ervaring en kennis worden daarmee des te belangrijker.

We moeten een andere koers gaan varen voor wat betreft de oudere werknemers. In Zweden, Denemarken en Zwitserland is het aandeel werkenden met een leeftijd tussen de 55 en de 64 jaar, tussen de 60 en 70 procent. Hier in ons land is dat nog geen 40 procent. Al in 2020 zal eenderde deel van het arbeidspotentiaal ouder zijn dan 50 jaar

Overleven

Om het arbeidspotentiaal op peil te houden (en de AOW betaalbaar), zijn al diverse suggesties geopperd. Zo zouden de opleidingen korter moeten duren, meer vrouwen aan het werk moeten gaan, de instroom van buitenlandse werknemers gestimuleerd moeten worden, enzovoort. Aan de andere kant wordt voorgesteld om de 60-plusser automatisch in een lagere belastingschaal te laten vallen zodat hij of zij gemotiveerd wordt om langer door te werken. En waarom eigenlijk ook niet? We worden ouder – we worden gemiddeld 30 jaar (!) ouder dan 100 jaar geleden – en we blijven langer fit en gezond.

Er zijn nogal wat initiatieven ontwikkeld om de oudere werknemer weer aan het werk te krijgen. Er zijn zelfs uitzendbureaus die zich specifiek richten op de ouderen. Bedrijven zelf roepen maatregelen in het leven om hun oudere werknemers actief te houden, zoals fitnessprogramma’s, flexibele werktijden, aangepaste werkplekken, enzovoort. Wat dat betreft blijft de overheid zoals gewoonlijk weer wat achter.

Hypermodern

De verschillen tussen de oudere en de jongere generatie zijn minder groot dan men gewoonlijk veronderstelt. Er is nauwelijks een kloof tussen de babyboomers en de generatie of hoe je die ook wilt noemen. Van de ouderen wordt gezegd dat ze niet flexibel zijn, vast willen houden aan hun vaste werkplekken, alles liever afdrukken dan van een scherm af lezen, enzovoort. Maar uit onderzoeken blijkt dat ook jongeren documenten afdrukken, belang hechten aan een vaste werkplek, niet allemaal even technisch onderlegd zijn waar het gaat om hypermoderne communicatiemiddelen en -methoden. De favoriete manier van werken heeft dus niet zozeer met leeftijd te maken, als wel met het soort mens dat je nu eenmaal bent.

Want ook de leden van de generatie-Y (ook wel screenagers, millennials, digital natives of generatie-Einstein genoemd) lijden onder vooroordelen: deze eerste generatie die met het internet is opgegroeid zou minder vooroordelen hebben, digitaal denken en voelen, openstaan voor allerlei vernieuwingen op het gebied van werken (mobiel, flex), telkens nieuwe uitdagingen zoeken, volledig op de hoogte zijn van alle nieuwste communicatietechnieken, problemen het liefst in teamverband oplossen, enzovoort. In de praktijk blijkt dat nogal tegen te vallen, zo wijzen diverse onderzoeken uit. Slechts 14,7 procent, zo blijkt uit een onderzoek in Duitsland van het DEGW onder 2.098 studenten (81 procent van de generatie-Y (*1980-1994), de rest van de generatie-X (*1965-1979)). Het zijn dus beslist geen whizzkids, of in ieder geval geen technofreaks. Dat blijkt uit het lijstje van apparaten die deze studenten gebruiken: 92 procent heeft een mobiele telefoon, 88 procent gebruikt een laptop, 70 procent een MP3-speler, 50 procent heeft een PC. Echte high-end apparaten als PDA’s, iPods en Wii zijn nauwelijks genoemd.

Het verschil tussen de oudere en de jongere werknemer is dus lang niet zo groot als men aanneemt. De vraag rijst dan natuurlijk waarom de jongere werknemer veel gemakkelijker aan een baan komt vergeleken met een oudere. Zeker in deze moeilijke tijden, en in de nog veel moeilijker tijden die we tegemoet gaan vanwege het gestaag afnemende arbeidspotentiaal, moeten we elke mogelijkheid benutten om de werknemers binnen te houden en te halen. Laten we daarom eerst eens afstappen van al die vooroordelen.

Hans Hooft

personeel I business

body•LIFE 9I2011 I

Edities