De mens achter Herman den Blijker

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr6 2011

I body•LIFE 6I2011

Deel 6: “Gewichtsbeheersing” Case study: hoe ga je om met nieuwe klanten?

Stelling:

Fitnesscentra kunnen niet concurreren met slechte eetgewoonten van de klant.

De eindconclusie zal simpel zijn: Ongeacht wat een klant doet aan training, je kunt als centrum of Personal Trainer niet op tegen slechte voedingskeuzes. En, laten we eerlijk zijn; het is ook moeilijk om goede voedingkeuzes te maken met alle opties die er op de markt aanwezig zijn. Wat Artros Healthfocusâ„¢ betreft zijn er twee centrale principes waar onze klanten bij gewichtsbeheersing van uit moeten gaan.

1. Wat komt er in en wat gaat er uit?

2. Welke voedingsopbouw past het best bij mij?

1. Wat komt er in en wat gaat er uit?

Hier ligt naar mijn mening direct al een uitdaging voor ons als trainingscentrum. Heel veel klanten hebben geen idee wat ze binnenkrijgen op een dag. In de meeste gevallen is het veel meer dan ze dachten. Ik zie mijn rol daarbij in eerste instantie dan ook als een ‘motivator’ van bewustwording. Met andere woorden; ik laat iedere klant die zich bij ons aanmeldt voor gewichtsbeheersing, een dagboek maken van hun dagelijkse voedingspatroon. Als ze met hun dagboek bij me komen, worden veel vragen helder, met als belangrijkste het antwoord op de vraag 'waarom kan ik geen gewicht verliezen?'. Aan ons de taak om echt te calculeren hoeveel energie er binnen komt en een totaal te berekenen van het aandeel koolhydraten, vetten en eiwitten. Dit totaal zetten we dan af tegen de dagelijkse behoefte die ze individueel hebben. Als we die twee waarden naast elkaar leggen, is meestal alleen de vraag nog: “hoe hef ik dat verschil op?” en “hoe kan dat gestructureerd leiden tot gewichtsverlies?”. Mijn doel voor onze vrouwelijke klanten is een pond per week gewichtsverlies. Voor mannen geldt één tot twee pond per week. De motivatie en bereidheid om dit gewichtsverlies te bereiken is cruciaal voor het volgen van een dieet of bewegingsadviezen. Wat heeft de klant er voor over? Ik ga dus een eerlijk en confronterend gesprek aan met hen om echt boven tafel te krijgen hoe gemotiveerd zij zijn. Hebben ze het er voor over, om bij de derde verjaardag in een week nee te zeggen? Kunnen ze dat biertje in het weekeinde ook een keertje laten staan? Zij ze bereid 4-6 keer per week iets te doen aan training (conditie, kracht of allebei), om verbranding te ondersteunen of te versnellen, uitgaande van de 80-20% regel (zie kader).

Wanneer de motivatie duidelijk is, kunnen we de doelen gaan stellen. Soms lukt het om dit in de eerste begeleidingssessie te realiseren. Er zijn echter ook een groot aantal klanten, die denken dat ze klaar zijn voor gewichtsbeheersing. Echter, dan blijkt toch dat ze zich niet kunnen houden aan de voorwaarden om het te realiseren. Dat is soms een pijnlijk moment, maar wel een heel belangrijke stap naar het opzetten van realistische doelstellingen en blijvend succes.

Dan leg ik mijn klanten uit hoeveel ‘er uit gaat’ met training en dagelijkse activiteiten. Daarbij gebruik ik de berekening van BMR (Basic Metabolic Rate). In tegenstelling tot de richtlijn die op elk voedingsetiket staan en die aangeeft dat mannen 2500kcal per dag en vrouwen 2000kcal per dag kunnen verorberen, berekenen wij de individuele behoefte van de klant. Ik denk dat een groot deel van de Nederlanders (meer dan de helft) niet met zoveel kcal per dag overweg kan zonder daarbij aan te komen. Wanneer ik de individuele energiebehoefte per dag uitgerekend heb, zien we dat de meeste vrouwen tussen de 1300 en 1700kcal zitten om het gewichtsdoel te onderhouden. Ik bereken dus de BMR van hun streefgewicht en zet deze BMR af tegen die van het huidige gewicht. De meeste mannen hebben een behoefte tussen de 1600 en 2200kcal per dag. Dit omdat ons dagelijks activiteitsniveau helemaal niet zo hoog is als op basis van de 2000/2500kcal regel wordt geschat. Als de klant dan ook nog een pond per week wil verliezen moeten ze gemiddeld 3500-4500kcal minder per week moeten zien binnen te krijgen, Het betekent dat we de huidige intake ongeveer 500Kcal per dag verminderen is meestal voldoende, als we de rest van het energieverbruik kunnen halen uit training. Dan komt het belangrijkste: hoe vind ik een balans tussen wat er in gaat en wat eruit gaat op een zodanige manier dat gewichtsverlies op gaat treden. Met andere woorden: hoe past het beweegadvies bij het dieetadvies. Wij helpen onze klanten daarmee door voor hen zowel een verantwoord beweegadvies als calorieadvies mee te geven.

2. Welke voedingsopbouw past het best bij mij?

Maar dan zijn we er nog niet, want hoe gaat onze klant dat calorieadvies invullen? Zoveel mensen; zoveel diëten en wat voor de een werkt is een ramp voor de ander. Zo zijn er de diëten die gericht zijn op het schrappen van koolhydraten, diëten die zoveel mogelijk volume nastreven, diëten die gericht zijn om het hongergevoel door gebruik van hormonen te beïnvloeden. Eigenlijk is het een ratjetoe van richtlijnen die allemaal wel iets zinnigs in zich hebben maar lang niet voor iedereen dé oplossing zijn, en erger nog, vaak een grote terugvalfactor in zich dragen. Een dieet is naar mijn mening een leefwijze van degene die eet; een dieet is dus geen lijst van dingen die je niet mag eten, die je jezelf ontzegt maar ondertussen oh zo graag zou willen eten. Een dieet is een manier van omgaan met voedingsmiddelen op een zodanige manier, dat je geniet van het voedsel en er ondertussen voor zorgt dat je niets te kort komt. Een dieet is een omslag naar een andere manier van eten. Natuurlijk als je alleen 3 kg. kwijt wil raken voor de zomer dan is een sapkuurtje heus geen probleem. Maar als dat de manier moet zijn waarop je moet gaan leven om gewicht te verliezen en te controleren dan weet je bij voorbaat dat het mis gaat lopen. Toch willen nog veel klanten tijdelijk op dieet zodat ze daarna weer ‘gewoon’ kunnen gaan eten. Dat probeer ik in de kiem te smoren door die zelfde bewustwording waar ik al eerder over sprak. Klanten moeten inzien dat het zo niet langer kan; dat er structureel iets moet veranderen. Dan ga ik met hen kijken waar ze van ‘houden’, wat ze makkelijk kunnen laten staan, wat ze belangrijke eetmomenten in de dag of in de week vinden. Om die voorkeuren bouw ik een kennisbasis bij hen op waarmee ze keuzes kunnen gaan maken ten aanzien van hun dagelijkse eetpatroon. Zo zijn er klanten die overdag weinig willen eten en in de avond meer keuzes willen hebben. En aangezien het lichaam een 24-7 systeem is kan het op elk moment voeding tot zich nemen. Hoe gelijkmatiger dit verdeeld is in hoeveelheid, hoe beter maar dat wil niet zeggen dat ook alle calorieën gelijkmatig verdeeld moeten worden. Dus een beperkte calorie-intake in de ochtend en middag met wat meer ruimte voor de avond kan voor sommigen de oplossing zijn. Zo zijn er anderen die de boterhammen en aardappelen niet willen laten staan. Dan leg ik uit dat koolhydraten je hongerig maken. Dus als je koolhydraten eet, zorg dan dat ze voldoende begeleid worden door eiwitten en vezels waardoor de koolhydraten langer een voldaan gevoel geven zonder steeds meer te willen. Houdt iemand van hartig in plaats van zoet, dan wordt het vetgehalte van belang en leer ik mijn klant om de beste keuze te maken en dit soort momenten te beperken – maar er wel met volle teugen van te genieten. Dan zijn er nog de klanten die de hele week goed kunnen opletten, maar in het weekeinde alles eten wat voorhanden komt. Als zij dit terug kunnen brengen tot 1 dag in het weekeinde en niet van vrijdagavond tot maandagochtend dan zijn er heel wat calorieën gewonnen. Daarnaast maak ik mensen bewust van de voedingsstoffen die ze nodig hebben buiten de calorieën. Dus mineralen, vitamines, anti-oxidanten en vezels. Hoe kan een groentesapje er voor zorgen dat je geen run op de snoepmachine uitvoert? Hoe kunnen vitamines en mineralen er voor zorgen dat je voldoende energie behoudt? Hoe kunnen vezels er voor zorgen dat de darmfunctie optimaal is en het voedsel niet onnodig lang in de darmen rond blijft hangen? Met andere woorden: we bouwen aan een nieuwe manier van genieten van eten zonder daarbij de belangrijkste rol van voedsel uit het oog te verliezen: eten om te kunnen presteren.

Stelling:

Fitnesscentra kunnen niet concurreren met slechte eetgewoonten van de klant.

De eindconclusie zal simpel zijn: Ongeacht wat een klant doet aan training, je kunt als centrum of Personal Trainer niet op tegen slechte voedingskeuzes. En, laten we eerlijk zijn; het is ook moeilijk om goede voedingkeuzes te maken met alle opties die er op de markt aanwezig zijn. Wat Artros Healthfocusâ„¢ betreft zijn er twee centrale principes waar onze klanten bij gewichtsbeheersing van uit moeten gaan.

1. Wat komt er in en wat gaat er uit?

2. Welke voedingsopbouw past het best bij mij?

1. Wat komt er in en wat gaat er uit?

Hier ligt naar mijn mening direct al een uitdaging voor ons als trainingscentrum. Heel veel klanten hebben geen idee wat ze binnenkrijgen op een dag. In de meeste gevallen is het veel meer dan ze dachten. Ik zie mijn rol daarbij in eerste instantie dan ook als een ‘motivator’ van bewustwording. Met andere woorden; ik laat iedere klant die zich bij ons aanmeldt voor gewichtsbeheersing, een dagboek maken van hun dagelijkse voedingspatroon. Als ze met hun dagboek bij me komen, worden veel vragen helder, met als belangrijkste het antwoord op de vraag 'waarom kan ik geen gewicht verliezen?'. Aan ons de taak om echt te calculeren hoeveel energie er binnen komt en een totaal te berekenen van het aandeel koolhydraten, vetten en eiwitten. Dit totaal zetten we dan af tegen de dagelijkse behoefte die ze individueel hebben. Als we die twee waarden naast elkaar leggen, is meestal alleen de vraag nog: “hoe hef ik dat verschil op?” en “hoe kan dat gestructureerd leiden tot gewichtsverlies?”. Mijn doel voor onze vrouwelijke klanten is een pond per week gewichtsverlies. Voor mannen geldt één tot twee pond per week. De motivatie en bereidheid om dit gewichtsverlies te bereiken is cruciaal voor het volgen van een dieet of bewegingsadviezen. Wat heeft de klant er voor over? Ik ga dus een eerlijk en confronterend gesprek aan met hen om echt boven tafel te krijgen hoe gemotiveerd zij zijn. Hebben ze het er voor over, om bij de derde verjaardag in een week nee te zeggen? Kunnen ze dat biertje in het weekeinde ook een keertje laten staan? Zij ze bereid 4-6 keer per week iets te doen aan training (conditie, kracht of allebei), om verbranding te ondersteunen of te versnellen, uitgaande van de 80-20% regel (zie kader).

Wanneer de motivatie duidelijk is, kunnen we de doelen gaan stellen. Soms lukt het om dit in de eerste begeleidingssessie te realiseren. Er zijn echter ook een groot aantal klanten, die denken dat ze klaar zijn voor gewichtsbeheersing. Echter, dan blijkt toch dat ze zich niet kunnen houden aan de voorwaarden om het te realiseren. Dat is soms een pijnlijk moment, maar wel een heel belangrijke stap naar het opzetten van realistische doelstellingen en blijvend succes.

Dan leg ik mijn klanten uit hoeveel ‘er uit gaat’ met training en dagelijkse activiteiten. Daarbij gebruik ik de berekening van BMR (Basic Metabolic Rate). In tegenstelling tot de richtlijn die op elk voedingsetiket staan en die aangeeft dat mannen 2500kcal per dag en vrouwen 2000kcal per dag kunnen verorberen, berekenen wij de individuele behoefte van de klant. Ik denk dat een groot deel van de Nederlanders (meer dan de helft) niet met zoveel kcal per dag overweg kan zonder daarbij aan te komen. Wanneer ik de individuele energiebehoefte per dag uitgerekend heb, zien we dat de meeste vrouwen tussen de 1300 en 1700kcal zitten om het gewichtsdoel te onderhouden. Ik bereken dus de BMR van hun streefgewicht en zet deze BMR af tegen die van het huidige gewicht. De meeste mannen hebben een behoefte tussen de 1600 en 2200kcal per dag. Dit omdat ons dagelijks activiteitsniveau helemaal niet zo hoog is als op basis van de 2000/2500kcal regel wordt geschat. Als de klant dan ook nog een pond per week wil verliezen moeten ze gemiddeld 3500-4500kcal minder per week moeten zien binnen te krijgen, Het betekent dat we de huidige intake ongeveer 500Kcal per dag verminderen is meestal voldoende, als we de rest van het energieverbruik kunnen halen uit training. Dan komt het belangrijkste: hoe vind ik een balans tussen wat er in gaat en wat eruit gaat op een zodanige manier dat gewichtsverlies op gaat treden. Met andere woorden: hoe past het beweegadvies bij het dieetadvies. Wij helpen onze klanten daarmee door voor hen zowel een verantwoord beweegadvies als calorieadvies mee te geven.

2. Welke voedingsopbouw past het best bij mij?

Maar dan zijn we er nog niet, want hoe gaat onze klant dat calorieadvies invullen? Zoveel mensen; zoveel diëten en wat voor de een werkt is een ramp voor de ander. Zo zijn er de diëten die gericht zijn op het schrappen van koolhydraten, diëten die zoveel mogelijk volume nastreven, diëten die gericht zijn om het hongergevoel door gebruik van hormonen te beïnvloeden. Eigenlijk is het een ratjetoe van richtlijnen die allemaal wel iets zinnigs in zich hebben maar lang niet voor iedereen dé oplossing zijn, en erger nog, vaak een grote terugvalfactor in zich dragen. Een dieet is naar mijn mening een leefwijze van degene die eet; een dieet is dus geen lijst van dingen die je niet mag eten, die je jezelf ontzegt maar ondertussen oh zo graag zou willen eten. Een dieet is een manier van omgaan met voedingsmiddelen op een zodanige manier, dat je geniet van het voedsel en er ondertussen voor zorgt dat je niets te kort komt. Een dieet is een omslag naar een andere manier van eten. Natuurlijk als je alleen 3 kg. kwijt wil raken voor de zomer dan is een sapkuurtje heus geen probleem. Maar als dat de manier moet zijn waarop je moet gaan leven om gewicht te verliezen en te controleren dan weet je bij voorbaat dat het mis gaat lopen. Toch willen nog veel klanten tijdelijk op dieet zodat ze daarna weer ‘gewoon’ kunnen gaan eten. Dat probeer ik in de kiem te smoren door die zelfde bewustwording waar ik al eerder over sprak. Klanten moeten inzien dat het zo niet langer kan; dat er structureel iets moet veranderen. Dan ga ik met hen kijken waar ze van ‘houden’, wat ze makkelijk kunnen laten staan, wat ze belangrijke eetmomenten in de dag of in de week vinden. Om die voorkeuren bouw ik een kennisbasis bij hen op waarmee ze keuzes kunnen gaan maken ten aanzien van hun dagelijkse eetpatroon. Zo zijn er klanten die overdag weinig willen eten en in de avond meer keuzes willen hebben. En aangezien het lichaam een 24-7 systeem is kan het op elk moment voeding tot zich nemen. Hoe gelijkmatiger dit verdeeld is in hoeveelheid, hoe beter maar dat wil niet zeggen dat ook alle calorieën gelijkmatig verdeeld moeten worden. Dus een beperkte calorie-intake in de ochtend en middag met wat meer ruimte voor de avond kan voor sommigen de oplossing zijn. Zo zijn er anderen die de boterhammen en aardappelen niet willen laten staan. Dan leg ik uit dat koolhydraten je hongerig maken. Dus als je koolhydraten eet, zorg dan dat ze voldoende begeleid worden door eiwitten en vezels waardoor de koolhydraten langer een voldaan gevoel geven zonder steeds meer te willen. Houdt iemand van hartig in plaats van zoet, dan wordt het vetgehalte van belang en leer ik mijn klant om de beste keuze te maken en dit soort momenten te beperken – maar er wel met volle teugen van te genieten. Dan zijn er nog de klanten die de hele week goed kunnen opletten, maar in het weekeinde alles eten wat voorhanden komt. Als zij dit terug kunnen brengen tot 1 dag in het weekeinde en niet van vrijdagavond tot maandagochtend dan zijn er heel wat calorieën gewonnen. Daarnaast maak ik mensen bewust van de voedingsstoffen die ze nodig hebben buiten de calorieën. Dus mineralen, vitamines, anti-oxidanten en vezels. Hoe kan een groentesapje er voor zorgen dat je geen run op de snoepmachine uitvoert? Hoe kunnen vitamines en mineralen er voor zorgen dat je voldoende energie behoudt? Hoe kunnen vezels er voor zorgen dat de darmfunctie optimaal is en het voedsel niet onnodig lang in de darmen rond blijft hangen? Met andere woorden: we bouwen aan een nieuwe manier van genieten van eten zonder daarbij de belangrijkste rol van voedsel uit het oog te verliezen: eten om te kunnen presteren.

case I business

Lilian Rijfkogel, C.E.A.S., L.P.T., Artros Bewegings-centrum: Bewegen is goed; Goed bewegen is beter

Gewichtsverlies: 80% dieet, 20% bewegen

Gewichtscontrole: 80% bewegen, 20% dieet

body•LIFE 6I2011 I

Edities