In- en exterieur als marketingmiddel - Anke Hendriks

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr6 2011

I body•LIFE 6I2011

“In principe kunnen wij prachtige ontwerpen bedenken, maar daar hangt wel een prijskaartje aan. De financiering ervan is lastig omdat banken niet meer zo scheutig zijn als vroeger. Er zal door de ondernemer een keuze moeten worden gemaakt: investeren in apparatuur of in het interieur.”

Prioriteit

Vaak heeft apparatuur de hoogste prioriteit. In de praktijk betekent dit, dat in het ontwerp van het interieur zaken moeten worden geschrapt; terug naar de eenvoud. “Daar is op zich niks mis mee, maar we trachten wel te vermijden dat er huis-, tuin- en keukenmeubels worden neergezet. Je kunt wel gaan shoppen bij Ikea of Leen Bakker, maar de kwaliteit is navenant en gaat geen jaren mee. Ik kan me voorstellen dat als je tijdelijk een paar stoeltjes nodig hebt dat geen probleem hoeft te zijn, maar een complete inrichting zeker wel. Dan blijkt dat de ondernemer toch graag geadviseerd wil worden door iemand die er verstand van heeft. Zeker omdat je toch al gauw praat over een investering van 60.000 euro of meer en de ondernemer zekerheid wil hebben dat het goed gebeurt en afgestemd is op de sfeer en de beoogde uitstraling die hij wil hebben. En bovendien aansluit bij het gebruiksgemak en past binnen de budgetafspraken. Met onze kennis van bijvoorbeeld materialen, apparatuur en eisen zoals HACCP, zijn we in staat het interieurproject tot een succes te maken dat volledig is afgestemd is op de wensen van de klant.”

Ontwerp

“Het ontwerp is sterk afhankelijk van de doelgroep”, vervolgt Arno. “Bij een jongere doelgroep past meer een flitsend trendy interieur en bij ouderen een rustige sfeer. Vaak willen de ondernemers teveel elementen in het interieur proppen, maar dat komt de sfeer meestal niet ten goede. Mooie lampenkappen in combinatie met visuals aan de muur in de horecaruimte tegen de gestucte muur in bijvoorbeeld aardse of rustige kleuren, creëert al een aantrekkelijke sfeer die bovendien ook nog eens gemakkelijk te veranderen is. Een verfkwast erover en je hebt weer een andere uitstraling. De kunst is natuurlijk om de goede kleurcombinaties en meubels te kiezen. Wat je momenteel veel ziet, zijn natuurlijke tinten in houtkleur in combinatie met wit. Maar ook roestvrijstalen meubelen met een fantasiedecor van kunststof met ledverlichting kom ik steeds vaker tegen. Een tijdje was een high tech/industriële uitstraling in. Tegenwoordig wat meer de warmere kleuren in combinatie met felle kleuren kussens/stoelen. Trends zijn moeilijk te voorspellen. En de vraag is of je een trendsetter of een trendvolger moet zijn. Wat vandaag shockerend is, kan over twee jaar een trend zijn. Een tijdlang was een interieur van kersenhout erg in. Nu niet meer, maar wel een front van houten kleuren met stoelen in een basis kleur met kussens in paars, groen of oranje dat het interieur lekker opfrist en ook gemakkelijk te vervangen is.

In principe ligt de houdbaarheidsdatum van een interieur op tien jaar. Vandaar dat het interieur tegen een stootje moet kunnen gezien het intensieve gebruik. We gebruiken veelal duurzame materialen van massief eikenhout, vol kunststof maar ook HPL, een veelzijdig plaatmateriaal voor toepassingen zoals deuren, wanden, kasten en bureaus en bijna niet van echt hout te onderscheiden. Hetzelfde geldt voor de vloer waar we steeds meer PVC vloeren toepassen, die nauwelijks slijten en gemakkelijk te onderhouden zijn en er als een echte houten vloer uitziet. In die zin is de veelvoud aan materialen een zegen voor ons en betekent praktisch geen belemmering meer in het ontwerp.”

Fitnessruimte en kleedkamers

De inrichting van de fitnessruimte is sterk afhankelijk van de apparatuur die er staat. “Meestal is de apparatuur grijs of zwart. Andere kleuren kom je nauwelijks tegen. Hoewel de leveranciers wel meer kleuren aanbieden van de apparatuur en de bekleding en je er in principe een trendy ruimte van kan maken. Zelf ben ik meer voorstander om de fitnessruimte rustig te laten met donkere kleuren tegen de muur. Geen wit, dat vind ik te steriel. Muren die veel lichtinval van buiten hebben, zou ik donker houden waardoor het effect van de ruimte groter wordt. Dit uiteraard afhankelijk van de kleur van de vloer. Verder zou ik de ruimte aankleden met grote visuals aan de muur van sportende mensen waarmee je een bepaalde emotie mee kunt kweken. Aan de andere kant dient een fitnessruimte functioneel te zijn en geen showroom. Waar wel momenteel veel aandacht aan wordt besteed zijn de kleedkamers die luxe worden ingericht. Was de kleedkamer vroeger een omkleedhok, tegenwoordig is de kleedkamer van alle gemakken voorzien met prachtige douches, een sauna, houten lockers en lekkere banken om op te zitten en een tv aan de muur als onderdeel van de totale beleving. Dat vraagt wel de nodige vierkante meters. Dat zou niet direct mijn keuze zijn. Zelf zou ik meer ruimte reserveren voor het horecagedeelte waar je je klanten toegevoegde waarde kunt bieden.”

Vlekkenplan

Een tendens is dat leveranciers van apparatuur en bouwondernemingen tegenwoordig ook interieurconcepten aanbieden om daar een graantje van mee te pikken, terwijl ze daar totaal geen verstand van hebben. “Zij bieden dit aan tegen zeer aantrekkelijke prijzen, maar vaak is de kwaliteit belabberd. Voor een goed advies en een goed product moet je bij ons zijn. Wij hebben kennis van zaken en gerelateerd aan de ervaring die we hebben binnen de fitnessbranche. Iedereen kan een bar en/of receptie neerzetten, maar hoeveel mensen komen erachter te werken en hoe ligt het geheel in de routing? Los hiervan kloppen soms de ontwerpen van de architect niet. We hebben een keer meegemaakt dat de toiletten helemaal op de verkeerde plaats stonden: midden in de ruimte en niet zoals gebruikelijk aan de zijkant. Ook worden de ruimten vaak verkeerd ingedeeld en worden zichtlocaties benut als opslagplaats en staat de keuken te ver af van de bar. Het manco bij architecten is dat ze van buiten naar binnen ontwerpen, terwijl wij als interieurbouwers het liefst van binnen naar buiten zouden ontwerpen. Hoe vaak we niet hebben meegemaakt dat de ruimten door de architect al waren ingedeeld en we concessies moesten aan het ontwerp? Vandaar mijn pleidooi om in een vroeg stadium met de architect, opdrachtgever en interieurbouwer een vlekkenplan te maken. Een vlekkenplan is niets anders dan een tekening van de fitnessruimte met hierin de eerste ideeën voor de inrichting. In dit plan wordt in grote lijnen aangegeven waar in de fitnessruimte de fitnessapparatuur geplaatst worden, waar de groepszalen komen, kleedkamers, horeca en receptie, de ingang en uitgang, om zo een goed idee te krijgen van de inrichting. Het plan kan al als leidraad dienen voordat de fitnessruimte gevonden is, om zo uit te vinden hoeveel vierkante meters er noodzakelijk zijn. Dit kan dan ook een belangrijke rol spelen in de keuze van een bepaalde ruimte. Uiteraard is het gemakkelijker een vlekkenplan te realiseren wanneer er al een ruimte gevonden is. Dan kan men het vlekkenplan aanpassen aan de beschikbare ruimte. Ondernemers die worstelen met hun inrichting of bepaalde ideeën hebben over hun inrichting, moeten zeker bij ons aankloppen.” Welke mogelijkheden Kortekaas Interieurs biedt tonen de illustraties bij dit artikel waar een aantal voorbeelden wordt gegeven van ontwerpen en kleurcombinaties.

Is het interieur van fitnesscentra aan trends onderhevig?

Deze vraag legde we voor aan Arno Kortekaas van Kortekaas Interieurs. Trends hebben volgens Arno alles te maken met de economische situatie. “In tijden van onzekerheid kiezen mensen toch voor zekerheid en zeker geen trendy interieur. Binnen de fitnessbranche heeft het interieur niet altijd de hoogste prioriteit.”

interieur I producten en concepten

body•LIFE 6I2011 I

Edities