Ondernemer in beeld: Jaap Bogerd

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr8 2012

Met ingang van 1 juli 2012 is de nieuwe wettelijke regeling inzake de buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Met name voor bedrijven die veel met consumenten en kleine bedrijven, zoals eenmanszaken, te maken hebben, is dit een belangrijke wijziging. Vier vragen over de nieuwe wet.

Wat betekent de nieuwe wet incassokosten voor u?

Wanneer mag een schuldeiser incassokosten in rekening brengen? 

Als er een vordering op een consument bestaat en de betalingstermijn is verstreken, dan moet de schuldeiser eerst een schriftelijke herinnering sturen om de schuldenaar alsnog 14 dagen de tijd te geven om het verschuldigde bedrag te betalen. Indien de schuldenaar dan nog niet betaalt, mag de schuldeiser incassokosten in rekening brengen. Betreft het een vordering op een bedrijf, dan kunnen de incassokosten direct in rekening worden gebracht zodra de betalingstermijn van de factuur is verstreken.

Welk bedrag mag een schuldeiser in rekening brengen? 

De hoogte van de incassokosten wordt berekend door middel van een percentage over de hoofdsom.

Mag een schuldeiser in de algemene voorwaarden een afwijkend bedrag opnemen?

Als het een vordering op een consument betreft, mag een schuldeiser niet ten nadele van de consument afwijken van de genoemde bedragen en percentages. Dit geldt daarentegen niet voor bedrijven onderling (lees: afwijking is toegestaan). Een lager bedrag aan incassokosten in rekening brengen is overigens in alle gevallen toegestaan.

Wat gebeurt er als een schuldenaar meerdere bedragen is verschuldigd aan een schuldeiser? 

In het geval van consumenten dient er één aanmaningsbrief te worden verstuurd, waarin de vorderingen bij elkaar worden opgeteld en over het totaalbedrag incassokosten worden berekend. Wanneer uit hoofde van een duurovereenkomst een maandelijks bedrag is verschuldigd en de schuldenaar met betaling in gebreke blijft, mag de schuldeiser maandelijks de schuldenaar een aanmaning sturen en daarbij telkens opnieuw incassokosten in rekening brengen.

Praktijkvoorbeeld 

Mevrouw X heeft een abonnement bij een sportschool waarvoor zij maandelijks € 30,- dient te betalen. Mevrouw X betaalt vervolgens de abonnementskosten over de maand maart niet. De sportschool moet dan na het verstrijken van de betalingstermijn van maart meteen een aanmaning versturen met een betalingstermijn van 14 dagen. Als mevrouw X dan nog niet betaalt, kan de sportschool het verschuldigde bedrag met € 40,- incassokosten verhogen.

Als mevrouw X ook in april niet tijdig betaalt, kan de sportschool opnieuw een aanmaning sturen. Is in maart en april niet op tijd betaald en de sportschool stuurt pas na de verstreken termijn van april een aanmaning met een termijn van 14 dagen, dan dient de sportschool beide maandbedragen op te tellen en over het totaalbedrag incassokosten te berekenen. Mevrouw X zou – indien niet binnen de termijn van 14 dagen wordt betaald – dan éénmaal € 40,- verschuldigd zijn.

Hoofdsom Hoogte incassokosten

Over de eerste € 2.500,- maximaal 15% (minimum van € 40,-)

Over de volgende € 2.500,- maximaal 10%

Over de volgende € 5.000,- maximaal 5%

Over de volgende € 190.000,- maximaal 1%

Over het meerdere maximaal 0,5% (maximum van € 6.775,-)

Column Vlaminckx I business

Hanneke Jansen (Vlaminckx Advocaten)

Hanneke Jansen (1985) richt zich op de algemene rechtspraktijk. h.jansen@vlaminckx.nl / www.vlaminckx.nl /

T: 077-3201948 / F: 077-3524516

body•LIFE 8I2012 I

Voedingsdeskundigen en de Olympische Spelen

I body•LIFE 8I2012

Wat hield jullie

begeleiding in?

Wardenaar: ‘Bij de KNZB zat ik een dag per week om menu’s af te stemmen met hotels, suppletieprotocollen af te stemmen, inschattingen te maken naar de voedingsbehoefte en ging ik mee op trainingskamp. Bij de ruiters deed ik vooral groepsvoorlichting en een enkel individueel traject.’

Iedema: ‘Bij de hockeydames gaf ik systematisch invulling aan basisvoeding, sportspecifieke voeding en supplementen. De activiteiten die Floris Wardenaar noemt bij de KNZB gelden ook voor al mijn trajecten. Dat ging in verschillende vormen: individueel, in kleine groepjes, workshops en door middel van voorlichtingen.’

Bij welke behaalde medaille heeft volgens jullie voeding de meest belangrijke rol gespeeld?

Wardenaar: ‘De gouden medailles van Ranomi Kromowidjojo. Ranomi heeft in de afgelopen vier jaar laten zien dat ze begrijpt hoe een training haar energiebehoefte beïnvloedt en hoe ze daar middels haar voeding op in kan spelen.’

Iedema: ‘Teun Mulder heeft in het laatste halfjaar zijn voeding beter laten aansluiten op zijn trainingsprogramma. Met meer structuur en discipline. Zijn supplementen zijn uitgebreid getest en toegepast. Het dames hockeyteam heeft op alle niveaus veel veranderd. Betere lichaamssamenstelling, betere brandstofinname tijdens wedstrijden, goede herstelstrategieën, betere hydratie en verbeterde ergogene supplementen. Kim van Dijk en Kathrin Goeken (aangepast wielrennen) zijn met name veel lichter geworden en ook bij hen zijn een aantal ergogene supplementen ingezet. Ook is de koolhydraatinname tijdens inspanningen aangepast.’

Hielden jullie contact met de sporters tijdens de OS?

Wardenaar: ‘Vooraf is er veel contact geweest, nog tot bijna in het Olympisch dorp. Ook tijdens het voorbereidingskamp in Leeds was ik er intensief bij betrokken. Tijdens de Olympische Spelen zelf was ik stand-by in het geval van eventuele problemen, maar die waren er niet dus er is verder geen contact geweest. Overigens denk ik niet dat een voedingskundige daarmee overbodig was. Als je er bent zie je altijd dingen die beter kunnen en waar je een meerwaarde kunt vormen. Dat is een aandachtspunt voor de toekomst.’

Iedema: ‘Ik heb met een aantal atleten via sms contact gehad om kleine dingen te ‘finetunen’ ook met de medische staf.  Verder sluit ik me aan bij Floris.’

Is er een verschil in voeding bij bijvoorbeeld een kwalificatieronde en de finalerace?

Wardenaar: ‘Ja die is er wel. Bij het zwemmen zijn de finales ‘s avonds. De voeding is dus anders dan tijdens de series, die rond het ontbijt plaatsvinden. De uitgangswaarden zijn vergelijkbaar maar de voedingsmiddelen verschillen.’

Iedema: ‘Dit geldt met name in het baanwielrennen, waarbij er verschillende ‘events’ zijn op één dag. Ik heb tijdschema’s gemaakt, zodat de sporters zelf konden inzien wanneer ze welke energiebehoefte nodig hadden.’

Wat is het verschil in voeding voor bijvoorbeeld een 50 meter zwemster en een hockeyster?

Wardenaar: ‘50 meter zwemmen vraagt niet veel van het energiesysteem. De zwemster moet vooral zorgen dat ze voldoende eet om optimaal gevoed te zijn, maar aanvulling van energievoorraden is beperkt omdat het verbruik beperkt is.’

Iedema: ‘Voor hockeysters die om de dag een wedstrijd spelen is het aanvullen van bijvoorbeeld de koolhydraatvoorraad essentieel. Hier ligt de nadruk dus juist wel op het herstellen van het energiesysteem.’

Groot zwart gat na de OS of zijn jullie alweer druk bezig met het begeleiden van de sporters?

Wardenaar: ‘Het is wel zo dat OS trajecten ‘on hold’ staan. Dat heeft overigens niet onze voorkeur. Liever wil je voor de OS al weten hoe zaken worden gecontinueerd. Maar we zitten zeker niet stil. We hebben onze ervaringen gedeeld op een bijeenkomst van de Vereniging Sportdiëtetiek Nederland die in september op Papendal is gehouden in ons onderwijsgebouw. Met de resultaten van die reflectiedag kunnen we weer verder werken aan de professionalisering en continuïteit van de begeleiding van sporters op het gebied van voeding. Verder herzien we onze kortdurende opleidingen en cursussen. Het streven is om ook ervaringen van het afgelopen Olympische traject in deze opleidingen te verwerken.’

Iedema: ‘Met de hockeydames hebben we inmiddels al een plan gemaakt naar het WK 2014 in eigen land. Verder is het nu een periode vlak na de Olympische Spelen, dus dat zal zich de komende tijd weer gaan ontwikkelen.’

De Olympische Spelen zijn alweer enige tijd geleden afgelopen en nu is het voor de begeleidingsstaf van de sporters tijd om te reflecteren. Wat waren de resultaten? Hebben we het maximale er uitgehaald? Voedingsdeskundige Floris Wardenaar begeleidde onder andere de nationale selectie van de zwembond (KNZB) en de topruiters van de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie. Nick Iedema begeleidde op voedingsgebied onder andere het dames hockeyteam en de baanwielrenners. De twee onderzoekers blikken terug op de voor Nederland succesvol verlopen Olympische Spelen van Londen.

Edities