- Ondernemer in beeld: MeM The Next

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr5 2013

I body•LIFE 5I2013

Ambivalentie: de tweestrijd bij verandering

Waar in het eerste artikel vooral de nadruk lag op de algemene uitvoering en de effectiviteit van Motivational Interviewing binnen de fitnessbranche, wordt in dit tweede artikel ingegaan op het gegeven dat sporters bij verandering vaak een tweestrijd ervaren: aan de ene kant willen ze graag iets veranderen, maar aan de andere kant zien ze ook voordelen om het bij het (vertrouwde) oude te houden. Dit wordt ook wel ambivalentie genoemd. Motivational Interviewing kan de sporter bewustmaken van zijn eigen tegenstrijdigheden.

Aan de hand van zijn tegenstrijdigheden kan de sporter besluiten wat voor hem uiteindelijk het belangrijkste is en welke gedragsverandering mogelijk gewenst is. Ambivalentie is normaal. In het algemeen hebben mensen die iets willen veranderen hier een dubbel gevoel over. Mensen kennen bijvoorbeeld vaak de nadelige gevolgen van het roken wel, maar voelen zich er om de een of andere reden toch toe aangetrokken (ze doen het niet voor niets al jaren). De conclusie dat er iets mis zou zijn met de motivatie van een persoon is dan ook niet juist, er is namelijk een alternatief dat een sterke aantrekkingskracht heeft.

Valkuilen

Instructeurs/trainers vinden het vaak lastig om te reageren op deze tegenstrijdigheid. De eerste neiging van veel instructeurs is om over deze uitspraken heen te stappen en de sporter alsnog te overtuigen van het goede van iets. Een voorbeeld:

Sporter:“Ik wil wel gaan sporten, maar na het werk heb ik er echt geen fut meer voor.”

Instructeur: “(Ja, maar), u zult merken dat als u gaat sporten uw conditie beter wordt en u bovendien ook ’s avonds meer energie krijgt.”

Sporter: “Ja maar, ik heb vaak nog zo veel andere dingen te doen naast mijn werk.”

Omdat sporters autonoom willen zijn in hun keuze tot verandering, reageren ze vaak onbewust allergisch op de overtuigingszin van de instructeur. Een veelgehoorde reactie is dan ‘ja maar, …’ waarop ze uiteindelijk automatisch de argumenten tégen verandering verwoorden. Ze horen zichzelf dan bijvoorbeeld zeggen waarom het zo lastig is om te veranderen of dat het allemaal wel meevalt. Op die manier praten zij zich letterlijk van de verandering af. Bovenstaande werkwijze leidt dus niet tot de gewenste effecten en is juist contraproductief. Je ziet dat de instructeur harder moet werken om de sporter te overtuigen, en de sporter moet meer tegenargumenten inbrengen om zijn positie te handhaven. Wat veel productiever zou zijn is als sporters zich zélf in de richting van verandering zouden praten. Maar hoe doe je dat?

Werken met de voor- en nadelenbalans

Omdat overtuigen door anderen niet werkt is het dus effectiever om de sporter zelf te laten oordelen wat goed of slecht voor hem is. De sporter een afweging laten maken met behulp van een voor- en nadelenbalans rondom verandering kan hierbij ondersteunend werken. De gewenste volgorde van het doornemen van deze balans is eerst de linkerarm van het model te bespreken en vervolgens over te stappen naar de rechterarm, waarna geëindigd wordt met het bespreken van de voordelen van de verandering. Belangrijk is om samen met de sporter zonder oordeel en vanuit oprechte nieuwsgierigheid de balans door te nemen. Door op deze manier beide kanten van ambivalentie te onderzoeken wordt de sporter zich bewuster van zijn gedrag, de consequenties van zijn gedrag, zijn eigen onderliggende beweegredenen en de eventuele tegenstrijdigheden.

De kracht van het reflecteren

Tijdens het doornemen van de voor- en nadelenbalans hoor je vaak tegenstrijdigheden in het verhaal van de sporter. Bijvoorbeeld: Sporter: “Ik zou graag iets meer aan beweging willen doen omdat ik ook wel inzie dat ik zo niet beter word. Tegelijkertijd zou ik niet weten waar ik de tijd vandaan moet halen, ik moet ik al zo veel van mezelf.”

Wanneer de sporter van de instructeur terugkrijgt wat hij zelf gezegd heeft, zal dit hem aan het nadenken zetten over zijn eigen gedrag en zijn eigen motivatie. Belangrijk hierbij is dat de instructeur dit benoemt zonder enig oordeel of verwijt.

Instructeur: “Aan de ene kant heb je weinig tijd en tegelijkertijd vind je het belangrijk om meer te sporten.”

Aan het einde van het doornemen van de voor- en nadelenbalans kan de instructeur een samenvatting geven van alles wat de sporter verteld heeft. Om na de voor- en nadelenbalans een opmaat naar verandering te maken, kan de instructeur de sporter uiteindelijk vragen wat hij nu zelf denkt te gaan doen met de inzichten die hij heeft opgedaan en wat hij graag zou willen bereiken.

Conclusie

Twijfel over veranderen is een normaal proces, maar als sporters in hun ambivalentie blijven hangen, stagneert het veranderingsproces en ontstaan er problemen.

Ambivalentie oplossen en niet uit de weg gaan is dus van groot belang. Hoe je als instructeur reageert op ambivalentie is heel belangrijk. Wat helpt is om samen met de sporter zijn ambivalentie te onderzoeken. Het afwegen van de voor- en nadelen van verandering met behulp van een voor- en nadelenbalans is een veelgebruikte interventie.

Door tegenstrijdigheden uit het verhaal van de sporter empathisch, respectvol en oordeelvrij te benoemen met behulp van een reflectie, zal de sporter aan het nadenken worden gezet over zijn eigen gedrag. Door deze manier van ‘confronterend spiegelen’ vergroot je de kans dat de sporter zelf zijn ambivalentie oplost en daarmee de weg vrijmaakt voor daadwerkelijke verandering.

Auteur Stijn van Merendonk is expert in Motivational Interviewing en richtte in 2009 de Academie voor Motivatie & Gedragsverandering op. Zijn motto: Gemotiveerde sporters? Dat heb je zelf in de hand!

Tijdens zijn werk als sportcoach, fysiotherapeut en leefstijlcoach stond motivatie en gezond gedrag altijd centraal. In 2006 specialiseerde hij zich in Motivational Interviewing. Hij paste deze methodiek toe en ontdekte meteen de kracht van motiveren. De resultaten die hij boekte, bleven niet onopgemerkt. Al snel vroegen collega's naar zijn ‘geheim’. Dat veranderde zijn loopbaan. Hij werd steeds vaker gevraagd door ziekenhuizen, netwerken en professionals in de sport en in de zorg om hen te trainen in Motiverende Gespreksvoering.

Stijn is een enthousiaste en dynamische trainer. Op een positieve, betrokken en verfrissende manier stimuleert hij professionals om meer plezier in motiveren te krijgen. Zijn ruime ervaring in de sport en de zorg vertaalt hij in zijn trainingen en presentaties naar sprekende voorbeelden en oefeningen.

In het vorige nummer van body•LIFE hebt u kennis kunnen maken met Motivational Interviewing en de rol van de fitnessinstructeur hierin.

Motivational Interviewing I business

body•LIFE 5I2013 I

Edities