Te veel 'hypehoppen' kan ons gezondheidsimago schaden

Verschenen in Bodylife nummer 2 2019


‘Wat vind je ervan dat tienermeisjes een Km Kardashian-poep willen?’ Deze vraag kreeg ik onlangs voorgeschoteld door een reporter van Het Laatste Nieuws. Wat vond ik ervan dat jonge meisjes urenlang zwoegen in de fitness om een derrière te krijgen met spectaculaire rondingen. Dat was even slikken. Alhoewel het niet de eerste keer is dat hypes ons nieuwe klanten bezorgen. Goed toch? … of is ook hier de nodige scepsis op zijn plaats?


In een eerste reactie bevestigde ik dat de rage mij niet onbekend is, maar dat ik ervan overtuigd ben dat ook deze hype zijn tijdslimiet zal kennen. In eenzelfde adem voegde ik eraan toe dat we ons gelukkig mogen prijzen dat deze jonge meisjes op zijn minst dit zoveelste ideaalbeeld via training proberen te bereiken. We juichen toe dat ze richting fitness trekken in plaats van hun heil te zoeken in allerlei wondermiddelen. Met alle mogelijk schadelijke gevolgen van dien.


Heruitvinden, daar zijn we sterk in
Ieder jaar in december publiceert ACSM (American College of Sports Medicine) haar lijst van fitness trends voor het komende jaar. Specialisten wereldwijd kiezen uit een lijst van ongeveer 40 trends hun top 20. Telkens duikt er wel één of andere nieuwe trend de top 10 in. Het lijkt wel of fitness, of op zijn minst nieuwe tendensen iedere keer opnieuw worden uitgevonden. ACSM probeert nochtans een onderscheid te maken tussen rages en trends. Een rage is niet meer dan een modegrill die met veel enthousiasme wordt opgenomen voor een beperkte periode, terwijl een trend een algemene ontwikkeling of verandering van situatie of manier waarop mensen zich gedragen inhoudt. Trends zijn blijvers, rages zijn hypes.

Als we media en commercials mogen geloven ontdekken fitnessgoeroes ieder jaar opnieuw toestellen, hulpmiddelen en/of oefenvormen om ‘nieuwe’ ideaalbeelden na te streven. Kan dit überhaupt nog? Natuurlijk niet. De verpakking kan anders, maar de inhoud verandert weinig of niet.

Lang voor meer lichaamsbeweging een noodzaak werd om beschavingsziektes tegen te gaan waren experten al bezig met trainingsprogramma’s om het lichaam gezond te houden en vrij van ziekte. Yoga staat dit jaar terug op 7 in de ACSM-lijst, maar wordt al 5000 jaar beoefend. Kung Fu, net zo. Hippocrates benadrukte 776 v.C. het belang van gezondheid via… jawel: fitness.

Zou het kunnen dat onze generatie erin slaagt om toch nog nieuwe bewegingen, en als we commercials mogen geloven, zelfs nieuwe spiergroepen te vinden waar onze voorouders gedurende 5000 jaar niet aan gedacht hebben? Dat zou toch wel héél pretentieus zijn. Aan oude gewoontes een nieuwe verpakking geven is natuurlijk niks verkeerd. Het succes van heruitgevonden recepten in de tsunami van kookboeken, geschreven door professionele koks tot zelfuitgeroepen voedingsgoeroes toont dat vernieuwing doet verlangen, uitproberen en in dit geval hopelijk resulteert in betere voedingsgewoontes. In ons geval betere beweegattitudes. Wanneer de hypes echter ingegeven zijn door onbereikbare, laat staan gefakete, sociale mediamodellen dan is enige bezorgdheid toch op zijn plaats.



Als liken maar niet voor lijken zorgt
Wanneer we het goed menen met onze klanten moeten we hen in de eerste plaats een ‘gezonde’ beweegattitude bijbrengen en sturen naar realistische, bereikbare doelstellingen. Dit betekent in het ‘Kim Kardashian-poep’-verhaal dat we daar niet blindelings mogen in meegaan. We ons niet mogen laten verleiden tot platte tevredenheid omdat dit nieuwe schoonheidsideaal voor nieuwe klanten zorgt. Het is onze taak als professionals om klanten, vooral jongeren, te laten inzien dat we nu eenmaal met een bepaald lichaamstype en potentieel geboren worden. Ook al is het voor sommigen moeilijk aanvaardbaar en toont het scherm van onze laptop en smartphone dikwijls andere idealen en verhalen dan de realiteit van ons eigen lichaam en de spiegel, toch moeten we eerlijk zijn. Uiteindelijk duurt dit ook het langst, want niks is mooier dan de mooiste versie van jezelf binnen je eigen mogelijkheden.

Vooral jongeren moeten we hiertegen wapenen. Ook al komen ze nog niet zelf naar onze clubs, dan via hun ouders. Fake ideaalbeelden en wondermiddeltjes mogen dan nog zo mooi worden voorgesteld en inspelen op gemanipuleerde verlangens… ze blijven fake. Onderzoek toont dat bij jongeren tussen de 8 en 15jaar dat 67% beroemdheden volgt via sociale media. 72% wel eens onzeker is over zijn of haar uiterlijk. 44% er anders wil uitzien en 52% denkt dat populariteit stijgt wanneer je knapper bent. 94% zit op sociale media en vindt zelfvertrouwen in het aantal likes. Daarvoor wil men zelfs faken. 37% vergelijkt hun likes met die van hun vrienden.

Liever gezond dan geshopt
Alle instagram-, snapchat-, pinterest- en andere platformen zorgen voor een tsunami aan ideaalbeelden waar niet ‘geshopte’ modellen moeilijk te traceren zijn. Vroeger stonden modellen enkel op de covers van tijdschriften. Nu hangen ze bij trossen in allerlei vormen en bewerkingen in clouds. Via allerlei apps kunnen foto’s bewerkt en aangepast worden waardoor gebruikers en zeker kinderen met de tijd schrik gaan krijgen van hun eigen ‘reële’ spiegelbeeld. Daar tegen strijden is een nobel doel. We zijn een sector waar behoud en verbetering van de gezondheid voorop staat. Dit is het imago dat we moeten koesteren en cultiveren. Voeding geven aan verantwoord regelmatig en kwaliteitsvol bewegen op weg naar een gezonde geest in een gezond lichaam. Geen misleide geest in een fake lichaam. Een sociaal engagement, een rol in de maatschappij welke we graag en met veel enthousiasme opnemen.

 
Edities