9 jaar geleden

Profvoetballer in spe denkt sneller’

9 jaar geleden
Volgens onderzoek van promovendus Lot Verburgh (VU, pedagogiek en psychologie) is er een duidelijk verband tussen sport en de cognitieve vaardigheden van kinderen.

Wat heeft u onderzocht?
“We hebben kinderen van zeven tot en met dertien jaar onderworpen aan een aantal digitale tests. Er waren drie groepen: niet-sporters, amateurvoetballers en kinderen die in de jeugd spelen bij een eredivisieclub. Onder andere het reactievermogen, het geheugen en het snel aanleren van nieuwe bewegingen werden getest. Het waren geen tests die met voetbal te maken hebben; dat zou de score te veel beïnvloeden.”

“Het blijkt dat toekomstige profvoetballers in veel gevallen beter scoren dan amateurvoetballers. Wat trainers over professionele voetballers als Wesley Sneijder en Robin van Persie zeggen, is dus waar: die kunnen sneller nadenken.”

Hoe zit het met kinderen die helemaal niet bewegen?
“Kinderen die veel tv-kijken en gamen, hebben een slechter werkgeheugen en verliezen sneller hun concentratie. Het is dus niet alleen goed voor de fysieke gezondheid om te sporten, maar ook voor de mentale gezondheid.”

U hebt voetballers onderzocht. Gelden deze resultaten ook voor andere sporten?
“Voor alle sporten waarbij je moet reageren op je omgeving, bijvoorbeeld tennis, hockey en basketbal. Op sporten waarbij je vooral op jezelf gericht bent zoals zwemmen of roeien zijn deze resultaten niet van toepassing.”

Hoe zijn deze resultaten te gebruiken in de sportwereld?
“Nu aangetoond is dat cognitieve vaardigheden goed zijn ontwikkeld bij jonge topsporters, kunnen we gaan kijken of deze verder te ontwikkelen zijn aan de hand van oefeningen.”

“Natuurlijk zijn er bepaalde factoren die het spel beïnvloeden, zoals een tegenstander, maar door persoonlijk afgestemde training zouden we deze vaardigheden mogelijk kunnen verbeteren. Als iemand een minder goed reactievermogen heeft, is dat dan te verbeteren aan de hand van oefeningen?”

Betekent dit dat profvoetballer zijn aan te leren valt?
“Het is voor een deel aangeleerd, maar ook deels aanleg. Een witte stof in de hersenen die zorgt voor informatieoverdracht tussen hersengebieden, speelt hierbij waarschijnlijk een belangrijke rol. Hoe sneller de informatieoverdracht, des te sneller je kunt handelen in bepaalde situaties.”

“Verder is het cognitieve deel slechts één van de factoren waar veel naar wordt gekeken bij scouten van talent. Andere factoren zijn onder andere je fysieke gestel, lichaamsbouw, techniek en mentaliteit. Alles moet goed zitten om een echte topsporter te worden. Mijn onderzoek is dus helaas geen succesformule om profvoetballer te worden.”

(*Bron: Gezondheidenco.nl)


 

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.


 
Auteur

Jessica Scheffer