5 jaar geleden

Politici houden meer van voetbal dan van fitheid

Eric Vandenabeele
Directeur Fitness.be
5 jaar geleden
Het wereldkampioenschap voetbal zal weer een groot deel van de bevolking in de zetel kluisteren. Hopelijk scoren de Rode Duivels aan de lopende band zodat supporters niet enkel verzuipen in de bijhorende spijs en drank, maar op zijn minst voldoende keren recht springen voor een enthousiast vreugdedansje. Die beweging hebben ze dan toch gehad. 

Voetbalminnend België zal met de politici voorop onze helden op handen dragen. Bij overwinningen zullen woorden tekort schieten om hun maatschappelijke bijdrage te bewieroken. Toch wel een schril contrast met de manier waarop de maatschappelijke bijdrage van onze sector genegeerd wordt.

Investeren in voetbal of fitness
Het is niet direct een keuze welke fitnessprofessionals willen maken, maar als confrontatie met een, zij het fictieve, realiteit kan het tellen en misschien wat mensen wakker schudden. Beide domeinen vallen onder de noemer ‘sport’, maar worden toch wel totaal verschillend behandeld. Ik besef dat sommige zaken nooit zo zullen lopen en dat ik af toe héél kort door de bocht ga. De vergelijking wil ik toch maken al was het maar om te benadrukken dat wij beter verdienen.

Scenario 1: Investeren in voetbal
Je bent er in geslaagd om voldoende middelen te verzamelen om een bedrijfje op te starten. Je ziet hoe populair voetbal is. De legendarische Liverpool-manager Bill Shankly verwoorde het ooit zo: “Voetbal is geen kwestie van leven en dood, het is veel belangrijker dan dat”. De belangrijkste bijzaak ter wereld, een simpel spelletje waar niet enkel spelers maar een veelvoud daarvan als supporters warm voor lopen.

“Iedere dictator begint met de vernietiging van de literatuur, maar er is nog nooit een geweest die het voetbalspel heeft aangedurfd”, wist de Nederlandse schrijver Simon Carmiggelt.

Een product zo populair en zo sterk moet toch een investering waard zijn. Je investeert in accommodatie welke je kan doorverhuren aan een club waarvan je zelf voorzitter wordt en die een vzw-statuut krijgt (vereniging zonder winstoogmerk). Door dit vzw-statuut is de club vrijgesteld van btw. Jongeren mogen lid worden voor 400 euro per jaar. Mama’s en papa’s mogen komen supporteren en consumeren in de eigen cafetaria en als het kan mogen ze als vrijwilliger een ploegje begeleiden. Trainers moeten niet als werknemer geregistreerd worden. Dit lukt wel via een combinatie van vrijwilligersvergoedingen, een beetje zwartwerk en via het principe tot 6000 euro onbelast bijverdienen binnen verenigingswerk in België dat er aan komt.

Lokale ondernemingen en zelfstandigen zullen er graag bij horen en je kan ze lid maken van je businessclub. Ze krijgen niet alleen visuele promotie maar netwerkopportuniteiten op iederethuismatch. De politici uit je buurt krijgen een plaatsje op de viptribune en in ruil daarvoor zal de lokale overheid wel klaarstaan met wat investeringssubsidies. De sociale rol welke je vervult kan dit namelijk verantwoorden.

De beste spelertjes krijgen de beste omkadering en de meeste speeltijd. Winnen is uiteindelijk belangrijk en wie weet, wanneer hun talent ontdekt wordt door grotere teams kan je er als club of als makelaar ook nog iets aan verdienen. Stoten ze door naar je eerste ploeg dan ga je ze zelf
ook iets meer betalen. Net als enkele toppers die je zelf hebt binnengehaald en op de loonlijst geplaatst.

Als werkgever mag je topspelers gerust iets meer betalen want de federale overheid heeft er voor gezorgd dat spelers een minimale sociale bijdrage moeten betalen, dat clubs 80% van de bedrijfsvoorheffing mogen behouden, spelers tot hun 26ste mogen genieten van een voordelig
belastingtarief en kunnen rekenen op een gunstig aanvullend pensioenstelsel. Een speler die bruto meer verdient dan 2175,13 euro moet toch maar een RSZ-bijdrage betalen op dit bedrag. Een voetballer met een brutomaandloon van 21263 euro zal maar 284,29 euro aan RSZ-bijdragen betalen. Dankzij een maatregel van de voetbalminnende overheid moet je club maar 20% van de bedrijfsvoorheffing, welk je inhoudt op de bezoldigingen van je sporters, doorstorten aan de fiscus. De overige 80% mag je houden. De helft van dat bedrag moet je wel gebruiken voor jeugdopleiding. Daarmee kan je dus jeugdtrainers en spelers jonger dan 23 jaar betalen. Met dank aan de overheid.

Scenario 2: Investeren in fitness
Je bent erin geslaagd om voldoende middelen te verzamelen om een bedrijfje op te starten. Je hebt een jarenlange opleiding fitheid en gezondheid achter de rug en wil met veel idealisme meer mensen in beweging krijgen en een gezonde leefgewoonte bijbrengen. Je denkt goed voorbereid te zijn om een fitnessonderneming te starten. ‘Fitheid’ wordt je product. Je gaat dit met veel enthousiasme op een verantwoorde manier aan de man en vrouw brengen. Je weet alles over de gezondheid gerelateerde voordelen van bewegen en hoe je die via een aangepast aanbod samen met je klanten kan bereiken. Met de nodige hulp maak je een degelijk businessplan en bereid je je voor om een zelfstandige onderneming op poten te zetten. Je voelt het, hiermee ga je scoren. Niet enkel bij consumenten beoefenaars maar ook bij de overheid. Per slot van rekening ga je toch zorgen
voor de gezondheid van mensen. Op die manier gaan ze niet enkel kwaliteitsvoller en gelukkiger in het leven staan, maar ook beter presteren, minder ziek zijn en minder kosten aan de maatschappij. Je bent ervan overtuigd, die bijdrage aan de maatschappij zal beloond worden.

Snel moet je realiseren dat de overheid daar anders over denkt. Je fitheid en gezondheid gerichte opleiding blijkt ineens niet voldoende. Je verwacht dat overheidsinstanties en administraties je gaan bijspringen en helpen om alle noodzakelijke administratieve taken in orde te brengen en te beantwoorden aan alle regelgeving. Niks is minder waar. Je hebt gelezen dat sport vrijgesteld is van btw, maar dit blijkt voor jou niet te tellen. Je kiest er namelijk voor om een onderneming te starten en die regel geldt enkel voor vzw’s en feitelijke verenigingen. Fitness: 6% btw. Je wil het professioneel doen en altijd begeleiding aanbieden: dat wordt dan 21% btw.

Vanaf dat je beslist om zelfstandig ondernemer te worden, verwacht de overheid niet dat je je job (in ons geval fitness aanbieden) goed doet. Neen, daar heeft men weinig oog voor. Men laat zelfs toe dat iedereen zonder vooropleiding net hetzelfde als jou doet en zichzelf ook zomaar personal trainer, coach of fitnessexpert noemt. Men kijkt niet naar de kwaliteit van je aanbod, maar gaat wel met een vergrootglas onderzoeken of je wel met alle regelgeving in orde bent. Ineens verwacht men niet dat je fitnessprofessional bent, maar kennis hebt van alle wetgeving, economische zaken, tewerkstelling, milieu, fiscaliteit, enz… Inspecteurs van de belasting, arbeid, voeding, hygiëne.. ze staan allemaal klaar om je te controleren. Niet om je te helpen, want dat past niet in hun targets.

Je denkt steun te krijgen van de sportadministratie, maar dit loopt ook mis. De overheid beschouwt fitnessclubs niet als sportclubs. Dit is voor hen de ‘commerciële’ sector. Je wordt constant geconfronteerd met mogelijke valkuilen in je bedrijfsvoering. Je zit uren aan een bureel te werken aan je administratie in plaats van te doen wat je wou doen: fitness. En dan zie je ondernemers in je sector stappen voor wie het product fitness niet langer meer belangrijk is. Voor wie fitness een middel is om abonnementen te verkopen.

Waar zijn de politici?
Wees maar gerust dat onze politici op de eerste rij zullen zitten tijdens het WK voetbal. Ze zitten zo graag tussen de supporters, de kijksporters. Om mee te genieten van successen en als het kan ze voor een deel zichzelf toe te eigenen. Uiteindelijk steunen ze toch de lievelingsport van alle Vlamingen.

Waar zijn die politici om deel te worden van het succes van fitness? Om 500.000 Vlaamse beoefenaars toe te juichen die wekelijks werken aan hun eigen gezondheid. Om de sector toe te juichen die ervoor zorgt dat dit mogelijk wordt gemaakt. Om een fiscaal gunstig klimaat te scheppen voor die sector in plaats van dit te doen voor voetbalvedetten en clubs. Of zijn die misschien belangrijker?

Waar zijn de politici die geloven in het werk dat wij dagdagelijks leveren voor een gezond Vlaanderen. Of beseffen ze gewoon niet met hoeveel we zijn, omdat we niet allemaal tegelijkertijd in de tribune zitten. Misschien moeten alle beoefenaars eens samen van zich laten horen. Of houden politici gewoon meer van voetbal dan van fitheid?

Hou je fit,
Eric

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Auteur

Eric Vandenabeele

Bedrijf

Fitness.be

Laatste artikelen van dit bedrijf