Marktoverzicht Test-en meetapparatuur

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr1 2011

Mark Verhaegen van Indoor-powermanagement vindt dat je zonder referentiewaarde geen enkel persoon professioneel kunt begeleiden. "Als je als club, trainer of fysiotherapeut de intentie hebt om de klant te begeleiden, dan zal dit moeten gebeuren aan de hand van een inspanningtest. Deze kan men tegenwoordig gemakkelijk monitoren en analyseren en inzichtelijk maken voor de klant."

Rick Kaale van Weda B.V. vindt testen en meten een noodzaak voor de fitnessbranche. "Je kunt hiermee een ijkpunt maken bij de intake van de klant en hem daardoor beter en specifieker begeleiden. Hiermee kunnen volgens hem fitnesscentra zich onderscheiden in de markt en kan er bovendien klantbinding (retentie) mee gecreëerd worden."

Voor Jan Willem Wisselink van Biometrics geldt meten = weten! "Niet alleen de behandelaar, maar ook de zorgverzekeraars willen tegenwoordig meetgegevens zien. Voor de fysiotherapeut is meten een noodzaak. Daarnaast zien we ook steeds meer interesse voor test- en meetapparatuur vanuit de fitnesscentra. Dit om een gefundeerd trainingsschema samen te kunnen stellen, of voor trainingsoptimalisatie en fitheidtesten."

Jef Geys van Primefit is van oordeel dat testen nuttig kan zijn, maar het moet wel direct bruikbare informatie opleveren (voor het opstellen van een trainingsprogramma of voedingsschema). Jef vindt dat je niet moet testen om maar te testen. â€œIets wat we kunnen zien hoeft niet meteen getest te worden. Overgewicht bijvoorbeeld gaat automatisch gepaard met een zwakke conditie. Testen bij mensen met een verhoogd BMI heeft geen zin. In alle andere gevallen wel.”

Marita Ketelaar van Polar ziet duidelijk de noodzaak van testen en meten in. Dit om vooruitgang inzichtelijk te maken en te realiseren. “Het haalt het giswerk uit de training voor zowel de klant als de instructeur, en motiveert beiden.”

Teun Kapteijns van Adaptics merkt dat gezondheidstesten tegenwoordig een 'hot topic' is. Vele sport- en fitnesscentra bieden dan ook om diverse redenen gezondheids, fitheids- en medische testen aan. “Daar worden diverse methodes voor gebruikt. Wij passen de health & performance methodiek toe, waarbij we de prestatie of het doel voorop stellen, want niet de methode maar het doel is leidend voor een test.”

Jan de Jong van V-Check vindt als je iets wilt veranderen, en zeker bij het veranderen van het gedrag, bewustwording belangrijk is. “Weten waar je staat en waar je naar toe wilt. Dit geldt zeker als men de leefstijl wil veranderen en zich vitaler wil voelen. De leefstijl, het dagelijkse gedrag moet verbeterd worden en hoe kan dit beter dan als je weet waar je nu staat en vooral: weten wat je moet doen om het te wijzigen. De V-Check meet de vitaliteit en het apparaat zelf geeft duidelijke aanbevelingen. Zodat men gestructureerd en effectief aan de slag kan gaan.

Het is nu bijvoorbeeld de tijd van de goede voornemens. Afvallen staat op nummer 1 met verder in de top 3 meer ontspannen en meer bewegen. Iedereen kan een dieet volgen voor korte of langere tijd maar iedereen kent ook het jojo-effect. Het is dan ook veel beter om de leefstijl te veranderen met aanpassing van de voeding en meer bewegen. Dit geeft een langdurig resultaat en meer effect.”

Toegevoegde waarde

Uit bovenstaande reacties blijkt dat iedereen het nut en de noodzaak van testen en meten inziet. Maar biedt het ook toegevoegde waarde? Volgens Jan de Jong van V-Check zijn er twee belangrijke toegevoegde waarden voor fitnesscentra. “Met V-Check kan een fitnesscentrum zich profileren als lifestyle centrum en andere doelgroepen dan de huidige benaderen. Bijvoorbeeld met het aanbieden van speciale vitaliteitsworkshops. Een gezonde leefstijl treft de hele bevolking en niet alleen degenen die in het fitnesscentrum komen.

Daarnaast kan V-Check een belangrijke rol spelen bij het verhogen van de retentie van nieuwe en huidige leden. V-Check geeft niet alleen aan welke trainingstijden optimaal zijn om blessures te voorkomen, maar ook aanbevelingen voor voeding en ontspanning. Men zal zich vitaler gaan voelen en deze beloning zal ervoor zorgen dat men het langer kan volhouden.”

Mark Verhaegen van Indoorpower-management stelt dat de huidige apparatuur in staat is om elke inspanning te monitoren en daar feedback over te geven, en tevens een garantie biedt voor kwaliteit. Samenwerking met sportartsen hierbij geeft een professionele begeleiding en uitstraling voor de club.

Volgens Jef Geys van Primefit biedt een test in de eerste plaats een objectieve beginsituatie van een klant. â€œDeze informatie samen met de resultaten van het vraaggesprek, stelt ons in staat om een efficiënt en individueel trainingsplan op te stellen. Op deze manier kan men de klant ook langer binden aan het centrum. De termijn om vooropgestelde doelstellingen te halen kunnen veel nauwkeuriger worden ingeschat waardoor men eerlijke informatie kan verstrekken over het bereiken van individuele resultaten.”

Marita Ketelaar van Polar is van mening dat testen en meten de verschillende deelgebieden van fitheid zichtbaar maakt waarop een kant vooruitgang kan boeken. “De klant is loyaler aan het fitnesscentrum en het centrum wordt als onmisbare trainingspartner gezien. Daarnaast creëert de ondernemer meerdere contactmomenten en biedt het testen en meten een vangnet voor leden die dreigen hun abonnement te beëindigen.”

Teun Kapteijns van Adaptics denkt dat mits de testeisen goed in ogenschouw worden genomen een gezondheidstest zeer veel toegevoegde waarde hebben. “Nadat het specifieke doel van een gezondheidstest in kaart is gebracht dient een test aan bepaalde eisen te voldoen om een goede, betrouwbare en representatieve meting genoemd te mogen worden:

Betrouwbaar, valide, goede toepassing van normen en referentiewaarde, risico profilering, kostenaspect (doorloop en testmateriaal), uitvoerbaarheid en veiligheid.”

Afnemen van de test

Op de vraag wie nu binnen het fitnesscentrum verantwoordelijk is voor het afnemen van de testen wordt verschillende geantwoord. Jan de Jong van V-Check: “V-Check is niet zomaar een test. Het is een innovatieve medisch-gevalideerde vitaliteitstest met aanbevelingen voor voeding, beweging en ontspanning. Kennis op deze gebieden is dan ook vereist. Tevens is kennis van fysiologie en gedragsverandering een vereiste. Dat betekent dat bij voorkeur een fysiotherapeut of personal trainer (bijv. EREP niveau 4+ of NASM) het meest geschikt is.”

Jan Willem Wisselink van Biometrics vindt dat het iemand moet zijn die kennis van zaken heeft. “Voor sommige testen volstaat een fitnessinstructeur prima. Voor andere testen zal een deskundige nodig zijn of iemand die een training van het betreffende product heeft gehad.”

Mark Verhaegen van Indoorpower-management zegt dat in principe elke instructeur een inspanningtest afnemen. “Echter is het belangrijk om te weten waar je voor test en hoe nauwkeurig je dit wilt laten gebeuren. Er zijn zoveel verschillende manieren van testen, elke test heeft zo wel zijn voor- en nadelen. Echte inspanningstesten met VO2max meting, longfunctie meting, lactaat meting en ECG meting dient te gebeuren in een sport medische polikliniek.”

Het afnemen van een test kan volgens Jef Geys van Primefit in principe door iedereen gebeuren aangezien de resultaten niet afhankelijk zijn van de persoon die de test afneemt. â€œDe interpretatie ervan is een andere zaak en hiervoor is er wel enige deskundigheid vereist. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat eenzelfde resultaat door verschillende mensen anders wordt geïnterpreteerd. Hiervoor is een opleiding vereist en persoonlijke ervaring.” 

Marita Ketelaar van Polar Testen vindt dat testen door de instructeur dient te gebeuren, gezien ook zijn betrokkenheid bij de sporters. “Bovendien is dit de enige manier om de continuïteit en kostenstructuur van een fitnesscentrum te bewaken. Een fitnesscentrum is sport- en fitheid georiënteerd en dit vraagt om sport- en fitheid georiënteerde begeleiding. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat het centrum met gevalideerde en gestandaardiseerde testprotocollen werkt waarmee afwijkingen (veroorzaakt door de instructeur) worden geminimaliseerd.”

Teun Kapteijns van Adaptics: “Wanneer de testmethode, referentiewaarde en opvolging gestandaardiseerd is, hoeft de begeleider van een fittest of healthcheck geen (para)medisch deskundige te zijn. Het is echter wel essentieel dat deze professioneel een gedegen opleiding krijgt in het testen en meten en interpreteren van basale testresultaten. Het is daarnaast belangrijk dat er in de achterwacht een arts paraat staat. Hiervoor kan een (huis)arts of een ziekenhuis in de omgeving als partner betrokken worden. Voor medische onderzoeken of inspanningstesten is het essentieel dat er een (sport)arts aanwezig is.”

Tenslotte bieden alle in het artikel genoemde toeleveranciers een training aan bij de implementatie van de test- en meetapparatuur in het fitnesscentrum. Dit varieert van een basistraining van een dag tot een meerdaagse opleiding. Conclusie: testen en meten heeft wel degelijk zin en is zeker geen bijzaak!

Productoverzicht Test- en Meetapparatuur I business

body LIFE 1I2011 I

Volledige lichaamsscan in

30 seconden

Tanita introduceert de geavanceerde MC980 multifrequency segmentale lichaamssamenstelling monitor met kleuren touchscreen en Microsoft Windows software.

De Tanita MC980 monitor is de ultieme tool bij het verstrekken van een snelle gepersonaliseerde lichaamsanalyse. Door de integratie van de allernieuwste multi-frequentie BIA technologie en de flexibiliteit van de ingebouwde Microsoft Windows operating systeem software, geeft de monitor snelle en betrouwbare resultaten. De monitor is voorzien van gebruiksvriendelijk interactief kleuren touch-screen, waardoor klanten in staat zijn zonder begeleiding binnen 30 seconden een volledige lichaamsscan uit te voeren. De lichaamsanalyse wordt weergegeven op het scherm en kan daarna simpel geprint worden op het begeleidingsformulier. Deze data wordt opgeslagen en kan voorzien worden van persoonlijke doelen. Hiermee is op het scherm een volledige voortgang te zien door middel van een grafische weergave.

De MC980 is goedgekeurd voor gebruik in medische omgevingen (NAWI/MDD). Met een geijkte capaciteit van 300 kg, deze wordt automatisch voor elke meting gekalibreerd, is een optimale reproduceerbaarheid van de meting gewaarborgd.

Multi Frequency Segmentale Lichaams Samenstelling Monitor. Snel. Nauwkeurig. Betrouwbaar.

www.tanita.nl

I body LIFE 1I2011

Biometrics Projump

Met de Biometrics Projump kunt u het explosieve vermogen bepalen van uw klant of sporter. De Projump heeft een uitstekende test-hertestbetrouwbaarheid1 en kan worden gebruikt om de vooruitgang te meten bij blessures aan de onderste extremiteit2. Met de Projump kunnen 4 verschillende sprongtesten worden uitgevoerd, waaronder de maximale spronghoogte. Voor deze test zijn normwaarden voor zowel mannen als vrouwen beschikbaar, onderverdeeld in ongetrainden, teamsporters, explosief sporters en duursporters. Voor de duursprong zijn er ook diverse normwaarden verzameld.

De Projump bevat vier sprongtesten en twee extra functies:

• maximale spronghoogte test (weergave in sec en cm)

• maximale sprong-contacttijdtest (sec)

• contacttijd-maximale sprongtest (sec)

• duursprong (15 sec) test (sec en W/kg)

• contacttijd registratie

• stopwatchfunctie

Literatuur:

1. Test-hertestbetrouwbaarheid van de ProJump-sprongmat.

Melick van N, Cingel van R.E.H. Sport & Geneeskunde nr. 5 december 2010.

2. Gebruik van de Projump sprongmat in de knierevalidatie. Melick van N,

Cingel van R.E.H. Tijdschrift voor Manuele Therapie nr. 3 september 2010.

036 – 546 19 11 | info@biometricsmotion.com | www.biometricsmotion.com

V-Check vitaliteitstest

Met V-Check biedt Vital Balance Group een innovatieve, wetenschappelijk bewezen vitaliteitstest die de gezondheid en vitaliteit meet. Een totaalconcept voor het meten, optimaliseren en monitoren van vitaliteit.

V-Check meet binnen 15 minuten onder meer het niveau van verzuring, de functies van spieren, gewrichten en organen, aanwezige voedingsstoffen en eventuele tekorten. Op basis van de testresultaten geeft de V-Check individuele aanbevelingen over onder andere: gezonde voeding, lichaamsbeweging, ontspanning, hoe de werking van de organen kan worden verbeterd, de juiste spierbelasting en het beste tijdstip om te trainen.

Medisch-wetenschappelijk gevalideerd

V-Check is ontwikkeld in samenwerking met Duitse en Nederlandse medici na uitgebreide research waarbij researchinstituten uit Duitsland en Nederland een rol hebben gespeeld. Als basis is de meetmethode van de Duitse partner Wegamed genomen. Deze is uitvoerig onderzocht en gevalideerd door diverse universiteiten en professionele sportorganisaties als AC Milaan. V-Check is de nieuwe manier van evidence based vitaliteitscoaching. Het biedt personal trainers en lifestyle coaches de ondersteuning om effectief en gericht te adviseren naar een vitale leefstijl.

‘V-Check onderscheidt zich van andere middelen, doordat het toepasbare adviezen geeft’, aldus Raymond Dörfel van Vitallifestyle die V-Check succesvol inzet binnen zijn coaching.

Meer informatie? www.vcheck.nl

Senzio: Je echte Vaatleeftijd

Hart- en vaatziekten komen steeds vaker voor. Daar zijn allerlei oorzaken voor aan te wijzen, waaronder een ongezonde levensstijl. Omdat je de gevolgen niet voelt, spreekt men ook wel eens van sluipmoordenaars. Gelukkig kun je ze tegenwoordig door verschillende screening methoden al tijdig aan zien komen. De nieuwste technologie op dit gebied is de Senzio test. Hiermee kan heel eenvoudig en in slechts 90 seconden de elasticiteit van de aderen worden gemeten. Deze uitslag wordt vergeleken met een online medische databank van gezonde mensen, waardoor de echte Vaatleeftijd bepaald kan worden. De test is pijnloos, snel, vereist geen speciale vooropleiding en geeft een makkelijk te begrijpen testresultaat. Als de vaatleeftijd hoger is dan de biologische leeftijd is dat natuurlijk niet zo leuk om te horen, maar gelukkig kan hier in de fitness iets aan gedaan worden: meer bewegen, leefstijladviezen, personal training, voedingssupplementen, om maar een paar oplossingen te noemen. Ingebouwd in de website is een trendfunctie, zodat mensen makkelijk kunnen zien dat hun Vaatleeftijd verbetert, ofwel: deze test is een sterk retentietool voor een doelgroep (40+) die wat te besteden heeft! Er is een promotiepakket om de test in je club aan te kondigen.

Meer weten? www.senzio.com, TulipMed,

De Liesbosch 52 Nieuwegein, 088-10.50.500

Fitheidstests zijn tegenwoordig een 'hot topic' en vele sport- en fitnesscentra bieden dan ook om diverse redenen fitheidstests aan. Zo kan het vaststellen van iemands fitheid voorafgaand aan een trainingsprogramma dienen om het programma zo optimaal mogelijk aan deze persoon aan te passen en kunnen, door de test bij herhaling af te nemen, de testresultaten gebruikt worden om het effect van het uitgevoerde programma vast te stellen.

Wat kunt u leren van…..Melvin Kantebeen

“De ene test is echter de andere niet”, zegt Melvin Kantebeen van Sportadviesbureau ConTest. “Als je wilt testen, doe het dan goed.” Hij spreekt uit ervaring. Als afgestudeerd Bewegingswetenschapper en eigenaar van ConTest heeft hij veel deskundigheid op het gebied van het afnemen van inspanningstesten binnen verschillende sporten (o.a. schaatsen, wielrennen, hardlopen, voetbal, hockey, volleybal, squash, softbal) en de advisering van sporters en trainers.

Doelgroep

Melvin helpt sporters bij het verbeteren van prestaties en bereiken van (trainings)doelen en biedt testmogelijkheden voor alle sporters. Zowel duursporters (bijv. hardlopen, wielrennen), spelsporters (bijv. voetbal, hockey) als explosieve sporters kunnen via specifieke testen hun training optimaliseren. Niet alleen topsporters, zoals de wielrenners van de Rabobank-ploeg en verschillende schaatsselecties, maar ook veel recreatieve sporters laten zich testen bij ConTest. “Prestatiebepalende factoren zoals conditie, kracht en snelheid kunnen we met onze testen helder in kaart brengen. Afhankelijk van het type sport of de sporter zelf kan een keuze gemaakt worden uit verschillende testmogelijkheden. De doelstelling is om te kijken hoe iemand er fysiek voor staat en wat zijn sterke en zwakke punten zijn. Een test is ook een goed hulpmiddel om het trainingsprogramma te evalueren: Hebben mijn trainingen het gewenste resultaat opgeleverd? Om dit goed in kaart te kunnen brengen, zijn gevalideerde test- en meetmethodes nodig.” Melvin heeft de indruk dat testen die in fitnesscentra worden uitgevoerd, vaak heel summier zijn. Testen die meestal bestaan uit een fietstest, wegen, bloeddruk- en vetmeting. Daar komen cijfers uit, die afhankelijk van de apparatuur redelijk algemeen zijn en waar je in de praktijk niet veel mee kunt. “Uiteraard is het heel nuttig om een uitgangswaarde te hebben als je begint met cardiotrainingen, zoals je bijvoorbeeld met een Astrand test krijgt; de Astrand test geeft een schatting van de maximale zuurstofopname op basis van vermogen en de hartslag na 6 minuten.”

Trainingsinformatie

Om efficiënt te kunnen trainen is informatie over het omslagpunt en trainingszones essentieel. Algemene regeltjes om bijvoorbeeld uit de berekende maximale hartslag van 220-leeftijd de zones te herleiden, blijken vaak voor individuele sporters niet te werken. Er zit namelijk nogal veel spreiding in de maximale hartslag waardoor het échte maximum zomaar 15 slagen hoger of lager kan liggen. Bovendien is je hartslag, ook je maximum, afhankelijk van de activiteit, bijvoorbeeld hardlopen of fietsen, die je uitvoert. Als je van een veel te hoge of te lage maximale hartslag uitgaat voor het bepalen van je zones dan zullen de trainingen te intensief of te extensief worden en ben je niet efficiënt aan het trainen. Om wel juiste en zinvolle informatie uit een test te halen moet je testen met goede meetapparatuur, op een gekalibreerde ergometer en met een testleider die verstand van zaken heeft. Dat vergt wel een forse investering in zowel begeleiding als goede testapparatuur. Voor een gemiddeld fitnesscentrum is dit waarschijnlijk niet weggelegd.”

Melvin werkt in de praktijk veel met meetapparatuur waarbij de ademhalingslucht wordt gemeten tijdens de inspanningstest, de zogenaamde VO2max Test. “Met een VO2max test kunnen we, direct en zeer nauwkeurig, de maximale zuurstofopname meten. Dit is de hoeveelheid zuurstof die iemand kan opnemen tijdens maximale inspanning en geldt als dé maat voor conditie. Toch is de informatie tijdens submaximale inspanning minstens zo interessant, omdat hier de meeste trainingstijd aan wordt besteed en je juist op submaximaal niveau de meeste trainingseffecten zal zien. Het testprotocol speelt hierbij echter wel een belangrijke rol. Je lichaam heeft namelijk tijd nodig om zich aan te passen aan de belasting. Dit duurt zo’n 2 á 3 minuten. Als een testprotocol te snel in belasting toeneemt, loopt je lichaam in feite telkens achter bij de opgelegde belasting en mis je juist de informatie die zo interessant is. Als je alleen in maximale inspanning geïnteresseerd bent dan is een snel of continu oplopend protocol geen probleem, maar als je de testinformatie ook wilt gebruiken voor trainingsdoeleinden dan kan je beter kiezen voor stappen met een langere duur. Ons testprotocol bestaat om die reden uit stappen van 3 minuten zodat we naast de maximale waarden (vermogen, VO2max , hartslag) ook veel informatie op submaximale intensiteit krijgen zoals de mate van vet- en koolhydraatverbranding, het omslagpunt en de hieruit bepaalde trainingszones. Ook het verloop van de lactaatwaarden, waarmee je de mate van verzuring meet, levert interessante informatie op over het ‘profiel’ van de sporter. De VO2max Test geeft objectieve informatie over het prestatievermogen van een sporter, die noodzakelijk is voor het opstellen, evalueren en/of aanpassen van een trainingsprogramma. Daarnaast is de test voor het beoordelen van een voor- of achteruitgang ook zeer geschikt. Ook voor recreatieve sporters, die geen strikt trainingsprogramma volgen, kunnen de resultaten uit een inspanningstest zeer zinvol zijn: Hoe is het gesteld met mijn conditie en train ik wel op de juiste manier?

Spierkracht

“Spierkracht meten zal in fitnesscentra en fysiotherapie praktijken minder aan de orde komen”, denkt Melvin. “Ook al omdat je voor het testen van de spierkracht speciale apparatuur nodig hebt.” ConTest gebruikt voor het afnemen van krachttesten de zogenoemde Muscle Lab en de “Performance Tester” een krachtenplatform om sprongtesten op uit te voeren. Dit is geavanceerde meetapparatuur, die met name binnen de topsport, revalidatie en voor wetenschappelijke doeleinden wordt gebruikt. “Dit levert belangrijke informatie op voor krachttrainings- en revalidatieprogramma's. We kunnen vaststellen in hoeverre er krachtsverschillen bestaan tussen linker- en rechterzijde. Dit testen we bij de specifieke oefeningen die tijdens de (revalidatie)trainingen worden uitgevoerd. Dat kunnen oefeningen zijn met vaste krachttrainingapparatuur (bijv. leg press, leg curl), maar ook losse krachtoefeningen (bijv. lunge, step up). Ook bij tweebenige sprongvormen op het krachtplatform kunnen we links-rechts verschillen halen, omdat het platform uit twee delen bestaat. Dit levert interessante informatie op omdat sommige patiënten onbewust het aangedane been proberen te ontlasten en dit zie je direct terug in de resultaten. Voor een fysiotherapeut is dit vaak niet waarneembaar. Aan de hand van referentiewaarden en eerdere resultaten kan de vooruitgang in kaart worden gebracht. Naast de motiverende prikkel die dit de sporter/patiënt geeft, krijgt ook de trainer/fysiotherapeut feedback en een middel om het gevolgde trainingsprogramma te evalueren.”

Deskundigheid

“Testen is niet iets wat je aan iedereen kunt overlaten”, stelt Melvin. “Degene die de testen afneemt dient kennis van zaken te hebben. Op een knop drukken kan iedereen, maar het gaat erom dat je de waarden/getallen die uit de test naar voren komen op de juiste manier weet te interpreteren. Een bewegingswetenschapper heeft hier meer kennis van dan een instructeur van een fitnesscentrum of een fysiotherapeut. Ook binnen de Sport Medische Adviescentra (SMA) denk ik dat bewegingswetenschappers een rol kunnen spelen. Er zijn wel een aantal SMA’s in Nederland die een bewegingswetenschapper in dienst hebben dus het gaat de goede kant op. Maar een bewegingswetenschapper / inspanningsfysioloog weet in principe meer over inspanningsfysiologie en training dan de gemiddelde sportarts en kan dus ook meer en betere informatie geven uit een test. Zelf werk ik nauw samen met de sportartsen van SMA Olympia in het Sport Medisch Centrum Amsterdam. Samen met hen neem ik de inspanningstesten af bij sporters die naast het sportmedische verhaal ook geïnteresseerd zijn in hun conditie en trainingswaarden. De VO2max Test is dan onderdeel van een uitgebreide sportkeuring. Als je alleen wilt weten of je gezond bent om te sporten, dan is de sportarts de juiste persoon om naartoe te gaan. Wil je daarnaast ook informatie over je conditie en trainingsadviezen dan kan je het beste een keuring combineren met een goede inspanningstest (mede) onder begeleiding van een inspanningsfysioloog.” Melvin heeft zo zijn vraagtekens bij de huidige trend dat dergelijke maximale inspanningstesten ook in fitness centra en fysiotherapie praktijken worden uitgevoerd. “Vaak worden zij niet geremd door enige kennis van zaken. En gaat het er met name om nog wat extra omzet te genereren. Beter zou zijn om iemand voor dergelijke testen in te huren.” Melvin heeft zelf mobiele testapparatuur om op locatie te kunnen testen. Zo voert hij, buiten het SMC Amsterdam, ook krachttesten uit bij Fysiomed (Amsterdam) en Medisch Centrum Ibis (Amstelveen). Ook heeft hij de beschikking over mobiele apparatuur om de ademhalingslucht te meten. Hiermee kunnen sportspecifieke testen worden gedaan, bijvoorbeeld tijdens het schaatsen. Of kan, zoals tijdens diverse projecten voor TNO en de Haagse Hogeschool, het energieverbruik tijdens verschillende niet sportactiviteiten (dansen, beweeggames) in kaart worden gebracht. Daarnaast geeft Melvin naast trainingsadvies uit de inspanningstest, ook trainingsbegeleiding. “We maken conditie- en krachttrainingsschema's voor sporters van alle niveaus. De trainingsschema's stemmen we af op de wensen, doelstellingen, het prestatieniveau, trainingsverleden en de beschikbare tijd van de sporter. Samen met de objectieve gegevens uit de inspanningstest leidt dit tot een op maat gesneden trainingsprogramma”, aldus Melvin.

Belang van testen

Melvin vindt de sportbranche een leuke markt die continu in ontwikkeling is. “Op mijn vakgebied komen steeds weer nieuwe inzichten en ook de technologie staat niet stil. Mijn ambitie is om de sporter van zoveel mogelijk praktische informatie te voorzien. Maar daar hangt wel een prijskaartje aan. Voor 25 euro kun je geen goede test doen.” Het verbaast Melvin dat mensen met gemak 60 euro per maand betalen voor een fitness-abonnement en nauwelijks geld over hebben om zich goed te laten testen. Hij is van mening dat goede en betrouwbare testen toegevoegde waarde kunnen bieden aan het fitnesscentrum. Hij onderstreept tenslotte nog eens het belang om bij sporters regelmatig de conditie te meten. “Het helpt om de trainingsopbouw te verbeteren en dat heeft een positief effect op het resultaat.”

Sportadviesbureau ConTest

www.contest.nl

Fotografie: Wessel van Keuk

“De ene test is echter de andere niet”, zegt Melvin Kantebeen van Sportadviesbureau ConTest. “Als je wilt testen, doe het dan goed.” Hij spreekt uit ervaring. Als afgestudeerd Bewegingswetenschapper en eigenaar van ConTest heeft hij veel deskundigheid op het gebied van het afnemen van inspanningstesten binnen verschillende sporten (o.a. schaatsen, wielrennen, hardlopen, voetbal, hockey, volleybal, squash, softbal) en de advisering van sporters en trainers.

Doelgroep

Melvin helpt sporters bij het verbeteren van prestaties en bereiken van (trainings)doelen en biedt testmogelijkheden voor alle sporters. Zowel duursporters (bijv. hardlopen, wielrennen), spelsporters (bijv. voetbal, hockey) als explosieve sporters kunnen via specifieke testen hun training optimaliseren. Niet alleen topsporters, zoals de wielrenners van de Rabobank-ploeg en verschillende schaatsselecties, maar ook veel recreatieve sporters laten zich testen bij ConTest. “Prestatiebepalende factoren zoals conditie, kracht en snelheid kunnen we met onze testen helder in kaart brengen. Afhankelijk van het type sport of de sporter zelf kan een keuze gemaakt worden uit verschillende testmogelijkheden. De doelstelling is om te kijken hoe iemand er fysiek voor staat en wat zijn sterke en zwakke punten zijn. Een test is ook een goed hulpmiddel om het trainingsprogramma te evalueren: Hebben mijn trainingen het gewenste resultaat opgeleverd? Om dit goed in kaart te kunnen brengen, zijn gevalideerde test- en meetmethodes nodig.” Melvin heeft de indruk dat testen die in fitnesscentra worden uitgevoerd, vaak heel summier zijn. Testen die meestal bestaan uit een fietstest, wegen, bloeddruk- en vetmeting. Daar komen cijfers uit, die afhankelijk van de apparatuur redelijk algemeen zijn en waar je in de praktijk niet veel mee kunt. “Uiteraard is het heel nuttig om een uitgangswaarde te hebben als je begint met cardiotrainingen, zoals je bijvoorbeeld met een Astrand test krijgt; de Astrand test geeft een schatting van de maximale zuurstofopname op basis van vermogen en de hartslag na 6 minuten.”

Trainingsinformatie

Om efficiënt te kunnen trainen is informatie over het omslagpunt en trainingszones essentieel. Algemene regeltjes om bijvoorbeeld uit de berekende maximale hartslag van 220-leeftijd de zones te herleiden, blijken vaak voor individuele sporters niet te werken. Er zit namelijk nogal veel spreiding in de maximale hartslag waardoor het échte maximum zomaar 15 slagen hoger of lager kan liggen. Bovendien is je hartslag, ook je maximum, afhankelijk van de activiteit, bijvoorbeeld hardlopen of fietsen, die je uitvoert. Als je van een veel te hoge of te lage maximale hartslag uitgaat voor het bepalen van je zones dan zullen de trainingen te intensief of te extensief worden en ben je niet efficiënt aan het trainen. Om wel juiste en zinvolle informatie uit een test te halen moet je testen met goede meetapparatuur, op een gekalibreerde ergometer en met een testleider die verstand van zaken heeft. Dat vergt wel een forse investering in zowel begeleiding als goede testapparatuur. Voor een gemiddeld fitnesscentrum is dit waarschijnlijk niet weggelegd.”

Melvin werkt in de praktijk veel met meetapparatuur waarbij de ademhalingslucht wordt gemeten tijdens de inspanningstest, de zogenaamde VO2max Test. “Met een VO2max test kunnen we, direct en zeer nauwkeurig, de maximale zuurstofopname meten. Dit is de hoeveelheid zuurstof die iemand kan opnemen tijdens maximale inspanning en geldt als dé maat voor conditie. Toch is de informatie tijdens submaximale inspanning minstens zo interessant, omdat hier de meeste trainingstijd aan wordt besteed en je juist op submaximaal niveau de meeste trainingseffecten zal zien. Het testprotocol speelt hierbij echter wel een belangrijke rol. Je lichaam heeft namelijk tijd nodig om zich aan te passen aan de belasting. Dit duurt zo’n 2 á 3 minuten. Als een testprotocol te snel in belasting toeneemt, loopt je lichaam in feite telkens achter bij de opgelegde belasting en mis je juist de informatie die zo interessant is. Als je alleen in maximale inspanning geïnteresseerd bent dan is een snel of continu oplopend protocol geen probleem, maar als je de testinformatie ook wilt gebruiken voor trainingsdoeleinden dan kan je beter kiezen voor stappen met een langere duur. Ons testprotocol bestaat om die reden uit stappen van 3 minuten zodat we naast de maximale waarden (vermogen, VO2max , hartslag) ook veel informatie op submaximale intensiteit krijgen zoals de mate van vet- en koolhydraatverbranding, het omslagpunt en de hieruit bepaalde trainingszones. Ook het verloop van de lactaatwaarden, waarmee je de mate van verzuring meet, levert interessante informatie op over het ‘profiel’ van de sporter. De VO2max Test geeft objectieve informatie over het prestatievermogen van een sporter, die noodzakelijk is voor het opstellen, evalueren en/of aanpassen van een trainingsprogramma. Daarnaast is de test voor het beoordelen van een voor- of achteruitgang ook zeer geschikt. Ook voor recreatieve sporters, die geen strikt trainingsprogramma volgen, kunnen de resultaten uit een inspanningstest zeer zinvol zijn: Hoe is het gesteld met mijn conditie en train ik wel op de juiste manier?

Spierkracht

“Spierkracht meten zal in fitnesscentra en fysiotherapie praktijken minder aan de orde komen”, denkt Melvin. “Ook al omdat je voor het testen van de spierkracht speciale apparatuur nodig hebt.” ConTest gebruikt voor het afnemen van krachttesten de zogenoemde Muscle Lab en de “Performance Tester” een krachtenplatform om sprongtesten op uit te voeren. Dit is geavanceerde meetapparatuur, die met name binnen de topsport, revalidatie en voor wetenschappelijke doeleinden wordt gebruikt. “Dit levert belangrijke informatie op voor krachttrainings- en revalidatieprogramma's. We kunnen vaststellen in hoeverre er krachtsverschillen bestaan tussen linker- en rechterzijde. Dit testen we bij de specifieke oefeningen die tijdens de (revalidatie)trainingen worden uitgevoerd. Dat kunnen oefeningen zijn met vaste krachttrainingapparatuur (bijv. leg press, leg curl), maar ook losse krachtoefeningen (bijv. lunge, step up). Ook bij tweebenige sprongvormen op het krachtplatform kunnen we links-rechts verschillen halen, omdat het platform uit twee delen bestaat. Dit levert interessante informatie op omdat sommige patiënten onbewust het aangedane been proberen te ontlasten en dit zie je direct terug in de resultaten. Voor een fysiotherapeut is dit vaak niet waarneembaar. Aan de hand van referentiewaarden en eerdere resultaten kan de vooruitgang in kaart worden gebracht. Naast de motiverende prikkel die dit de sporter/patiënt geeft, krijgt ook de trainer/fysiotherapeut feedback en een middel om het gevolgde trainingsprogramma te evalueren.”

Deskundigheid

“Testen is niet iets wat je aan iedereen kunt overlaten”, stelt Melvin. “Degene die de testen afneemt dient kennis van zaken te hebben. Op een knop drukken kan iedereen, maar het gaat erom dat je de waarden/getallen die uit de test naar voren komen op de juiste manier weet te interpreteren. Een bewegingswetenschapper heeft hier meer kennis van dan een instructeur van een fitnesscentrum of een fysiotherapeut. Ook binnen de Sport Medische Adviescentra (SMA) denk ik dat bewegingswetenschappers een rol kunnen spelen. Er zijn wel een aantal SMA’s in Nederland die een bewegingswetenschapper in dienst hebben dus het gaat de goede kant op. Maar een bewegingswetenschapper / inspanningsfysioloog weet in principe meer over inspanningsfysiologie en training dan de gemiddelde sportarts en kan dus ook meer en betere informatie geven uit een test. Zelf werk ik nauw samen met de sportartsen van SMA Olympia in het Sport Medisch Centrum Amsterdam. Samen met hen neem ik de inspanningstesten af bij sporters die naast het sportmedische verhaal ook geïnteresseerd zijn in hun conditie en trainingswaarden. De VO2max Test is dan onderdeel van een uitgebreide sportkeuring. Als je alleen wilt weten of je gezond bent om te sporten, dan is de sportarts de juiste persoon om naartoe te gaan. Wil je daarnaast ook informatie over je conditie en trainingsadviezen dan kan je het beste een keuring combineren met een goede inspanningstest (mede) onder begeleiding van een inspanningsfysioloog.” Melvin heeft zo zijn vraagtekens bij de huidige trend dat dergelijke maximale inspanningstesten ook in fitness centra en fysiotherapie praktijken worden uitgevoerd. “Vaak worden zij niet geremd door enige kennis van zaken. En gaat het er met name om nog wat extra omzet te genereren. Beter zou zijn om iemand voor dergelijke testen in te huren.” Melvin heeft zelf mobiele testapparatuur om op locatie te kunnen testen. Zo voert hij, buiten het SMC Amsterdam, ook krachttesten uit bij Fysiomed (Amsterdam) en Medisch Centrum Ibis (Amstelveen). Ook heeft hij de beschikking over mobiele apparatuur om de ademhalingslucht te meten. Hiermee kunnen sportspecifieke testen worden gedaan, bijvoorbeeld tijdens het schaatsen. Of kan, zoals tijdens diverse projecten voor TNO en de Haagse Hogeschool, het energieverbruik tijdens verschillende niet sportactiviteiten (dansen, beweeggames) in kaart worden gebracht. Daarnaast geeft Melvin naast trainingsadvies uit de inspanningstest, ook trainingsbegeleiding. “We maken conditie- en krachttrainingsschema's voor sporters van alle niveaus. De trainingsschema's stemmen we af op de wensen, doelstellingen, het prestatieniveau, trainingsverleden en de beschikbare tijd van de sporter. Samen met de objectieve gegevens uit de inspanningstest leidt dit tot een op maat gesneden trainingsprogramma”, aldus Melvin.

Belang van testen

Melvin vindt de sportbranche een leuke markt die continu in ontwikkeling is. “Op mijn vakgebied komen steeds weer nieuwe inzichten en ook de technologie staat niet stil. Mijn ambitie is om de sporter van zoveel mogelijk praktische informatie te voorzien. Maar daar hangt wel een prijskaartje aan. Voor 25 euro kun je geen goede test doen.” Het verbaast Melvin dat mensen met gemak 60 euro per maand betalen voor een fitness-abonnement en nauwelijks geld over hebben om zich goed te laten testen. Hij is van mening dat goede en betrouwbare testen toegevoegde waarde kunnen bieden aan het fitnesscentrum. Hij onderstreept tenslotte nog eens het belang om bij sporters regelmatig de conditie te meten. “Het helpt om de trainingsopbouw te verbeteren en dat heeft een positief effect op het resultaat.”

Sportadviesbureau ConTest

www.contest.nl

Menno Boermans

Wat kunt u leren van I business

Edities